20
En den gansen gemengden hoop, en allen koningen des lands van Uz; en allen koningen van der Filistijnenland, en Askelon, en Gaza, en Ekron, en het overblijfsel van Asdod;
11
Omdat gij u verblijd hebt, omdat gij van vreugde hebt opgesprongen, gij plunderaars Mijner erfenis! omdat gij geil geworden zijt als een grazige vaars, en hebt gebriest als de sterke paarden;