278. Welke zijn de gebeden der heiligen, betekent het denken dat van het geloof is vanuit de aandoeningen die van de naastenliefde zijn bij degenen die vanuit de geestelijk goede en ware dingen de Heer vereren.

Onder de gebeden worden verstaan de dingen die van het geloof zijn en tegelijk de dingen die van de naastenliefde zijn, bij hen die de gebeden uitstorten, aangezien gebeden zonder die dingen niet gebeden zijn maar lege klanken; dat de heiligen betekenen degenen die in de geestelijke goede en ware dingen zijn, zie nr. 173.

Dat de reukwerken de gebeden van de heiligen worden genoemd, heeft als oorzaak dat de welriekende geuren overeenstemmen met de aandoeningen van het goede en het ware; vandaar is het dat zo vaak in het Woord wordt gezegd ‘de aangename reuk’ en ‘de reuk der rust voor Jehovah’, zoals in (Exodus 29:18, 25, 41; Leviticus 1:9, 13, 17; 2:2, 9, 12; 3:5; 4:31; 6:15, 21; 8:28; 23:13, 18; 26:31; Numeri 15:3, 7; 28:6, 8, 13; 29:2, 6, 8, 13, 36; Ezechiël 20:41; Hosea 14:7).

Eendere dingen worden aangeduid met de gebeden, die reukwerken worden genoemd, in het volgende in de Openbaring:

‘Een engel staande aan het altaar, hebbende een gouden fiool en hem werden vele reukwerken gegeven, opdat hij ze met de gebeden aller heiligen zou offeren op het gouden altaar; en de rook ging op der reukwerken met de gebeden der heiligen vanuit de hand des engels tot de aanblik Gods’, (Openbaring 8:3-5); en bij David:

‘Leen het oor aan mijn stem; mijn gebeden zijn aangenaam reukwerk vóór U’, (Psalm 141:1, 2).