Bible

 

Genesis 5:22

Studie

       

22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 530

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

530. Zoals gezegd worden met de namen in dit hoofdstuk Kerken aangeduid, of, wat hetzelfde is, leringen, want het is door de leer dat de Kerk bestaat en Kerk heet. En zo duidt Noach de Oude Kerk aan, of de leer, die van de Oudste overbleef. Hoe het met de Kerken of leringen gesteld is, werd al eerder gezegd, namelijk dat zij afnemen, totdat er niets meer van de goedheden en waarheden van het geloof overblijft en dan wordt de Kerk in het Woord verwoest genoemd; niettemin worden er steeds overblijfselen bewaard, of enigen, bij wie het goede en het ware van het geloof overblijft, ofschoon het er weinigen zijn; en wanneer bij hen niet het goede en het ware werd bewaard, zo zou er geen verbinding van de hemel met het menselijk geslacht bestaan. Wat de overblijfselen bij de mens in het bijzonder aangaat, hoe geringer zij zijn, des te minder kunnen de dingen van zijn rede en kennis verlicht worden, want het licht van het goede en ware vloeit in van de overblijfselen, of van de Heer, door de overblijfselen; bevonden er zich geen overblijfselen bij de mens, dan was hij geen mens, maar veel erger dan een wild dier; hoe minder overblijfselen hij heeft, des te minder is hij mens, en hoe meer hij heeft, des te meer is hij mens. Het is met de overblijfselen gesteld als met een hemels gesternte; hoe kleiner het is, des te minder licht daarvan. Het weinige dat van de Oudste Kerk overbleef, bleef bij hen, die de Kerk vormden, welke Noach heette. Het waren echter niet overblijfselen van de innerlijke gewaarwording, maar van rechtschapenheid, verder van de leer ten aanzien van de gewaarwordingen van de Oudste Kerken, vandaar dat nu eerst door de Heer een nieuwe Kerk in het leven is geroepen; en daar zij een van de Oudste Kerk geheel afwijkende aanleg bezat, is zij de Oude Kerk te noemen, de Oude daarom, omdat zij aan het einde van de tijden vóór de vloed, en in de eerste tijd ná de vloed bestond; over deze Kerk, door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer, in hetgeen volgt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl