Bible

 

Genesis 49:29

Studie

       

29 Daarna gebood hij hun, en zeide tot hen: Ik word verzameld tot mijn volk: begraaft mij bij mijn vaders, in de spelonk, die is in den akker van Efron, den Hethiet;

Komentář

 

Father and mother, which a man is to leave

  

The "father and mother", which a man is supposed to leave (as in Genesis 2:24, and Matthew 19:4, 5) are, in a spiritual sense, his proprium of will, and proprium of understanding. We all love a mixture of good and evil things, as we're growing up, and we all understand a mixture of true and false things, too. The things we "own", at first, are the evil loves and false ideas, and the more we get into them, the more they define us -- i.e. they are our "properties", or, to use a more Latinate term, our proprium. We have to change those -- get rid of the evil loves and false ideas, and invite good loves and true ideas from the Lord -- building a new understanding and a new will.

(Odkazy: Conjugial Love 194)

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 344

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

344. En ik zag een andere engel opklimmen vanuit de opgang der zon, betekent de Heer Die voorziening treft en regelt.

Onder de engel wordt hier de Heer verstaan ten aanzien van de Goddelijke Liefde, omdat hij opklom vanuit de opgang der zon; en uit de opgang der zon of uit het oosten, is vanuit de Goddelijke Liefde; de Heer is immers in de geestelijke wereld de Zon en het Oosten en eveneens wordt Hij zo genoemd ten aanzien van die Liefde; dat Hij voorziening treft en regelt, blijkt uit Zijn bevel aan de vier engelen, aarde en zee niet te beschadigen totdat de dienstknechten Gods op hun voorhoofden gezegeld waren.

Dat het Goddelijk Menselijke van de Heer in de hoogste zin onder de engel wordt verstaan, blijkt uit deze dingen:

‘De Engel der aangezichten van Jehovah heeft hen bevrijd, vanwege Zijn liefde en mildheid; Deze heeft hen verlost en hen opgenomen en hen gedragen alle dagen der eeuwigheid’, (Jesaja 63:9).

‘De Engel Die mij verlost heeft van al het boze, zegene hen’, (Genesis 48:16).

‘Snellijk zal tot Zijn tempel komen de Heer, Die gijlieden zoekt en de Engel des Verbonds Die gijlieden verlangt’, (Maleachi 3:1).

‘Ik zende een Engel voor u, om u te behoeden in de weg; hoedt u voor Zijn aangezichten, omdat Mijn Naam in het midden van Hem is’, (Exodus 23:20-23).

Engel en Gezondene zijn in het Hebreeuws één woord; vandaar is het dat de Heer Zich zo vaak de ‘van de Vader Gezondene’ noemt, waaronder het Goddelijk Menselijke wordt verstaan.

In de betrekkelijke zin echter is de engel iedereen die de Heer opneemt, zowel degenen die in de hemel is, als hij die in de wereld is.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl