Bible

 

Genesis 48:8

Studie

       

8 En Israel zag de zonen van Jozef, en zeide: Wiens zijn deze?

Bible

 

Numeri 1:33

Studie

       

33 Waren hun getelden van den stam van Efraim veertig duizend en vijfhonderd;

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6254

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

6254. En ik zal hen zegenen; dat dit de voorzegging ten aanzien van het goede en het ware betekent, staat vast uit de betekenis van zegenen, namelijk voorzeggen, zoals eerder in nr. 6230, hier ten aanzien van het goede en het ware, die door Menasse en Efraïm worden uitgebeeld. Omdat zegenen een hoogst algemeen woord is, betekent het dus ook verschillende dingen; dat het ook de voorzegging zowel ten aanzien van de goede dingen die zullen gebeuren, als ten aanzien van de boze dingen, blijkt in het volgende hoofdstuk, waar Israël aan zijn zonen voorzegde wat hun overkomen zal, aan sommige boze dingen, zoals aan Ruben, Simeon en Levi en aan sommige goede dingen, zoals aan Jehudah en Jozef; die voorzegging wordt zegen genoemd in vers 28 daar, ‘Dit is wat hun vader tot hen sprak, en hij zegende hem, eenieder, wat was volgens zijn zegen zegende hij hen’; dat de zegen de voorzegging is, staat vast uit de woorden in het eerste vers van dat hoofdstuk, ‘Jakob riep zijn zonen en hij zei: Verzamelt u, en ik zal u aanwijzen wat u wedervaren zal in het uiterste der dagen’.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl