Bible

 

Genesis 48:21

Studie

       

21 Daarna zeide Israel tot Jozef: Zie, ik sterf; maar God zal met ulieden wezen, en Hij zal u wederbrengen in het land uwer vaderen.

Bible

 

Numeri 1:33

Studie

       

33 Waren hun getelden van den stam van Efraim veertig duizend en vijfhonderd;

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6275

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

6275. En hij zegende Jozef; dat dit de voorzegging betekent ten aanzien van het ware van het verstandelijke en het goede van de wil, die het leven hebben vanuit het innerlijke, staat vast uit de betekenis van zegenen, namelijk voorzeggen, waarover de nrs. 6230, 6254;

en uit de uitbeelding van Efraïm en Menasse, die hier Jozef zijn, namelijk het ware van het verstandelijke en het goede van de wil in het natuurlijke, geboren uit het innerlijke, nrs. 6234, 6249;

dat onder Jozef zijn zonen worden verstaan, blijkt uit de zegening zelf waarin wordt gezegd, ‘De engel verlossende mij van elk boze, zegene de knapen en in hen zal mijn naam genoemd worden’; en de oorzaak hiervan is deze dat dit goede en ware in het natuurlijke, die worden uitgebeeld door Efraïm en Menasse, het innerlijke zelf daar zijn; het innerlijke en het uiterlijke zijn weliswaar onderling onderscheiden, maar in het natuurlijke waar zij tezamen zijn, is het innerlijke als in zijn, aan zich passend gemaakte vorm, welke vorm niets vanuit zich, maar alles vanuit het innerlijke dat daarin is, bedrijft, dus slechts wordt gedreven; het is hiermee gesteld zoals met het uitwerkende in de uitwerking; het uitwerkende en de uitwerking zijn onderling onderscheiden, maar toch is het uitwerkende in de uitwerking zoals in zijn aan zich passend gemaakte vorm en door die bedrijft het de oorzaak in de sfeer waarin zich de uitwerking vertoont. Eender is het gesteld met het goede en het ware in het natuurlijke bij de mens, die geboren zijn uit het innerlijke; het innerlijke bekleedt zich immers met zulke dingen die van het natuurlijke zijn, opdat het daar kan zijn en daar het leven leiden; maar de dingen waarmee het zich bekleedt, zijn niets anders dan bedekkingen, die in het geheel niets uit zich bedrijven.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl