6
Egypteland is voor uw aangezicht; doe uw vader en uw broeders in het beste van het landwonen; laat hen in het landGosenwonen, en zo gij weet, dat er onder hen kloeke mannen zijn, zo zet hen tot veemeesters over hetgeen ik heb.
14
Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt.