Bible

 

Genesis 46:32

Studie

       

32 En die mannen zijn schaapherders; want het zijn mannen, die met vee omgaan; en zij hebben hun schapen, en hun runderen, en al wat zij hebben, medegebracht.

Bible

 

Lucas 3:33

Studie

       

33 Den zoon van Aminadab, den zoon van Aram, den zoon van Esrom, den zoon van Fares, den zoon van Juda,

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6040

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

6040. En Jozef zei tot zijn broers; dat dit de doorvatting van de ware dingen in het natuurlijke betekent, staat vast uit de betekenis van zeggen, namelijk doorvatten, waarover meermalen eerder; uit de uitbeelding van de zonen Israëls, namelijk de geestelijke ware dingen in het natuurlijke, nrs. 5414, 5879;

en uit de uitbeelding van Jozef, namelijk het innerlijk hemelse, nrs. 5869, 5877; daaruit blijkt dat met Jozef zei tot zijn broers, het doorvatten wordt aangeduid van de ware dingen in het natuurlijke vanuit het innerlijk hemelse. Dat met ‘Jozef zei’ niet het doorvatten van hem wordt aangeduid, komt omdat Jozef het innerlijke is en alle doorvatting door het innerlijke in het uiterlijke of natuurlijke invloeit; het natuurlijke immers doorvat vanuit zich in het geheel niets, maar wat het doorvat is uit datgene wat eerder is; ja zelfs doorvat ook dat eerdere niet uit zich, maar uit datgene wat nog eerder is en dus tenslotte uit de Heer, Die uit Zich ‘is’; zodanig is de invloeiing en vandaar zodanig de doorvatting; het is met de invloeiing gesteld zoals met het ontstaan en het blijven bestaan; niets ontstaat uit zich, maar uit datgene wat eerder is en dus tenslotte alle dingen uit het Eerste, dat wil zeggen, uit het Zijn en Ontstaan uit Zich; en eveneens blijven alle dingen uit dat Eerste bestaan; immers het is met het blijven bestaan gesteld als met het ontstaan, want blijven bestaan is voortdurend ontstaan. Dat er wordt gezegd de doorvatting van de ware dingen in het natuurlijke, niet echter de doorvatting van hen die in de ware dingen zijn, vindt hierin zijn oorzaak dat de geestelijke spraak zodanig is, want zo worden de ideeën van het denken afgewend van de personen en tot de dingen bepaald en het zijn de dingen, namelijk de ware en de goede dingen, die bij de mens leven en de mens doen leven; zij zijn immers uit de Heer, uit Wie het al van het leven is; dus wordt het denken ook daarvan afgeleid, om de ware en de goede dingen aan een persoon toe te kennen; door een zodanige spraak heeft men ook een algemeen idee, die zich wijder uitstrekt dan als daaraan de voorstelling van een persoon wordt aangebonden; indien bijvoorbeeld wordt gezegd, de doorvatting van degenen die in de ware dingen zijn, dan worden de ideeën gelijk bepaald tot degenen die zodanig zijn, zoals dat vaak gebeurt en zo weggeleid van het algemene; vandaar wordt de verlichting uit het licht van het ware verminderd; bovendien worden door het denken over personen in het andere leven diegenen opgeroepen over wie gedacht wordt, want in het andere leven wordt elke gedachte vergemeenschapt; dit zijn de oorzaken waarom er, zoals hier, op abstracte wijze gezegd het doorvatten van de ware dingen in het natuurlijke.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl