Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5841
5841. En ik zal mijn vader gezondigd hebben alle dagen; dat dit de afkering betekent en dat er dan geen goede van de Kerk zal zijn, staat vast uit de betekenis van zondigen, namelijk de ontbinding, nrs. 5229, 5474, dus de afkering; en indien het goede van de uiterlijke Kerk dat Jehudah uitbeeldt, zich afkeert van het goede van de innerlijke Kerk, dat Israël uitbeeldt, komt niet langer enig goede van de Kerk in wording; de verbinding zelf maakt dat er het goede is van waaruit de Kerk is. Met deze twee goeden, namelijk het goede van de innerlijke Kerk en het goede van de uiterlijke Kerk, is het als volgt gesteld: het goede van de innerlijke Kerk of het innerlijk goede, brengt door invloeiing het goede van de uiterlijke Kerk of het uiterlijk goede voort; en omdat dit zo is, verheft het innerlijk goede het uiterlijk goede tot zich op, opdat het laatstgenoemde het eerstgenoemde zal beschouwen en door het eerstgenoemde omhoog naar de Heer zal schouwen; dit vindt plaats wanneer er verbinding is; maar indien er ontbinding is, keert het uiterlijk goede zich af en schouwt omlaag en gaat zo verloren; het is deze afkering die wordt aangeduid met ik zal mijn vader gezondigd hebben alle dagen.