Bible

 

Genesis 41:56

Studie

       

56 Als dan honger over het ganse land was, zo opende Jozef alles, waarin iets was, en verkocht aan de Egyptenaren; want de honger was sterk in Egypteland.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5373

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

5373. En de gehele aarde, zij kwamen in Egypte; dat dit betekent dat de goede en de ware dingen werden samengebracht in de wetenschappelijke dingen die van de Kerk zijn, staat vast uit de betekenis van de aarde; de betekenis van de aarde of het land in het Woord is verschillend: in het algemeen betekent het de Kerk, vandaar ook de dingen die van de Kerk zijn, namelijk de goede en de ware dingen; en omdat het de Kerk betekent, betekent het ook de mens van de Kerk, want deze is de Kerk in het bijzonder; en omdat het de mens van de Kerk betekent, betekent het datgene wat mens is in hem, namelijk het gemoed; vandaar komt het dat met het land van Egypte eerder hier en daar het natuurlijk gemoed werd aangeduid; hier wordt echter niet het land van Egypte bedoeld, maar de aarde of het land in het algemeen en dus de dingen die van de Kerk zijn, namelijk de goede en de ware dingen; dat de betekenis van de aarde of het land verschillend is, zie de nrs. 620, 636, 2571;

dat zij in het algemeen de Kerk betekent, nrs. 566, 662, 1067, 1262, 1413, 1607, 1733, 1850, 2117, 2118, 2928, 3355, 3404, 4447, 4535.

Dat met ‘de gehele aarde, zij kwamen in Egypte’ wordt aangeduid dat de goede en de ware dingen werden samengebracht in de wetenschappelijke dingen, staat vast uit de betekenis van Egypte in de eigenlijke zin, namelijk de wetenschap en dus de wetenschappelijke dingen, zie de nrs. 1164, 1165, 1186, 1462;

en dat de wetenschappelijke dingen, die met Egypte in de goede zin worden aangeduid, de wetenschappelijke dingen van de Kerk zijn, nrs. 4749, 4964, 4966;

dat dit de innerlijke zin van deze woorden is, blijkt niet alleen uit de betekenis van de woorden, namelijk van de aarde of het land, wanneer niet het land van Egypte wordt bedoeld en eveneens van Egypte in de eigenlijke zin; en verder omdat het in het meervoud wordt gezegd, namelijk ‘zij kwamen, de gehele aarde’, maar ook uit het verband zelf van de dingen in de innerlijke zin; in het verband immers volgt nu dat de ware en de goede dingen van de overblijfselen worden samengebracht in de wetenschappelijke dingen; het is hiermee immers als volgt gesteld: wanneer de mens wordt wederverwekt ten aanzien van het natuurlijke, worden alle en de afzonderlijke goede en ware dingen samengebracht in de wetenschappelijke dingen; die welke niet in de wetenschappelijke dingen daar zijn, zijn niet in het natuurlijke; want het natuurlijk gemoed bestaat ten aanzien van dat deel dat aan het verstandelijke is onderworpen, alleen uit wetenschappelijke dingen; de wetenschappelijke dingen die van het natuurlijke zijn, zijn de laatste van de orde; de eerdere dingen moeten in de laatste zijn opdat zij in die sfeer bestaan en verschijnen; en bovendien streven alle eerdere dingen naar de laatste als naar hun grenzen of einden en bestaan tezamen daarin, zoals oorzaken in hun werkingen, of zoals de hogere dingen in de lagere als in hun vaten; de wetenschappelijke dingen, die van het natuurlijke zijn, zijn zulke laatsten; vandaar komt het dat de geestelijke wereld haar grens vindt in het natuurlijke van de mens, waarin zich de dingen die van de geestelijke wereld zijn, op uitbeeldende wijze vertonen; indien de geestelijke dingen zich niet op uitbeeldende wijze in het natuurlijke zouden vertonen, dus door zulke dingen die in de wereld zijn, dan zouden die geenszins begrepen worden; hieruit kan vaststaan dat wanneer het natuurlijke wordt wederverwekt, alle innerlijke ware en goede dingen die vanuit de geestelijke wereld zijn, in de wetenschappelijke dingen worden samengebracht, opdat die verschijnen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2928

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

2928. Dat de woorden ‘voor het volk des lands, voor de zonen Cheths’ betekenen: bij hen die van de nieuwe geestelijke Kerk waren, blijkt uit de betekenis van het volk, te weten diegenen die in waarheden zijn, dus de geestelijken, waarover de nrs. 1259, 1260;

uit de betekenis van het land, namelijk de Kerk, waarover nr. 662, 1066, 1067, 1262, 1733, 1850, 2117, 2118 aan het einde; en uit de betekenis van de zonen Cheths, namelijk diegenen die van de nieuwe geestelijke Kerk zijn, waarover eerder in nr. 2913. Het volk des lands wordt hier en daar in het Woord vermeld waar gehandeld wordt over Israël en Jeruzalem, en door hen wordt in de innerlijke zin de geestelijke Kerk aangeduid of die mensen die van de geestelijke Kerk zijn, want onder Israël en Jeruzalem wordt deze Kerk verstaan. Er wordt van natie gesproken, wanneer gehandeld wordt over Jehudah en Zion en door de natie wordt de hemelse Kerk aangeduid, want onder Jehudah en Zion wordt deze Kerk verstaan. Dat er van ‘volk des lands’ gesproken wordt waar over Israël en Jeruzalem gehandeld wordt, dus waar van de geestelijke Kerk sprake is, blijkt uit vele plaatsen in het Woord, zoals bij Ezechiël:

‘Gij zult tot het volk des lands zeggen: Aldus zegt de Heer Jehovih tot de inwoners van Jeruzalem, tot de aardbodem Israëls: Zij zullen hun brood in kommer eten en hun wateren in verwoesting drinken, omdat haar land verwoest zal worden; de bewoonde steden zullen verwoest worden en het land zal verlaten zijn’, (Ezechiël 12:19, 20) waar in de innerlijke zin Jeruzalem en de aardbodem Israëls voor de geestelijke Kerk staat, het brood en de wateren voor de naastenliefde en het geloof of voor het goede en ware; de aarde voor de Kerk zelf die verwoest wordt genoemd ten aanzien van het goede en verlaten ten aanzien van het ware.

Bij dezelfde:

‘Het huis Israëls zal Gog en zijn menigte begraven, om het land te reinigen zeven maanden en al het volk des lands zal hen begraven’, (Ezechiël 39:11-13);

Gog staat voor de van de innerlijke gescheiden uiterlijke eredienst, die afgodisch is, nr. 1151; het huis Israëls voor de geestelijke Kerk ten aanzien van het goede, het volk des lands ten aanzien van het ware; het land voor de Kerk zelf. Dat het land de Kerk is, komt omdat het land Kanaän het rijk van de Heer uitbeeldde, dus de Kerk, want het rijk van de Heer op aarde is de Kerk.

Bij dezelfde:

‘Al het volk des lands zal tot deze theruma [hefoffer] zijn voor de vorst Israëls; en de vorst zal op dezelve dag voor zich zelven en voor al het volk des lands, bereiden een var des zondoffers; het volk des lands zal zich nederbuigen aan de ingang van de poort, op de sabatten en op de nieuwe manen; en het volk des lands zal ingaan op de gezette feesten’, (Ezechiël 45:16, 22; 46:3, 9) waar gehandeld wordt over het nieuwe Jeruzalem, dat wil zeggen, over het geestelijk rijk van de Heer; zij die daarin zijn, worden volk des lands genoemd; de vorst is het Goddelijk ware, dat van de Heer is. De zonen van Cheth worden zo genoemd, omdat door de zonen de waarheden worden aangeduid; men zie de nrs. 489, 491, 533, 1147, 2623.

Dat de waarheden betrekking hebben op de geestelijken, komt omdat de geestelijken door middel van de waarheden in het goede worden ingewijd, dat wil zeggen, door het geloof in de naastenliefde; en omdat zij het goede doen vanuit de aandoening van het ware, terwijl zij niet weten dat het van een andere oorsprong goed is dan dat zij het zo geleerd hebben; hun geweten is dan ook gegrondvest in deze waarheden van het geloof; men zie de nrs. 1155, 1577, 2046, 2088, 2184, 2507, 2715, 2716, 2718.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl