Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5260
5260. De volgende dingen in deze reeks zijn bijna dezelfde als die welke eerder in dit hoofdstuk vanaf nr. 5195-5217 zijn ontvouwd; daarom wordt er van afgezien ze nog verder te ontvouwen.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5195
5195. En Farao was dromende; dat dit het voorzien betekent over het natuurlijke, staat vast uit de betekenis van Farao, namelijk het natuurlijke, nrs. 5079, 5080, 5095, 5160;
en uit de betekenis van dromen, namelijk de voorzegging van toekomstige dingen, dus in de hoogste zin het Vooruitzien, nrs. 3698, 4682, 5091, 5092, 5104;
en omdat dit het vooruitzien is of het voorziene, is het eveneens de voorzienigheid of datgene waarin voorzien is, want het ene bestaat niet zonder het andere; immers de Voorzienigheid beschouwt de staat in de opeenvolgingen tot in het eeuwige, waarin niet kan worden voorzien indien dit niet wordt vooruitgezien; voorzien in de tegenwoordige dingen en niet tevens de toekomstige dingen voorzien en zo niet in de tegenwoordige dingen tevens in de toekomstige dingen voorzien, zou zonder einddoel zijn, zonder orde en dus zonder wijsheid en inzicht en dus niet vanuit het Goddelijke; maar van Voorzienigheid wordt gesproken met betrekking tot het goede en van Vooruitzien met betrekking tot het niet goede, nr. 5155;
met betrekking tot het goede kan niet worden gesproken van het Vooruitzien, omdat het goede in het Goddelijke is en ontstaat uit het Goddelijke zelf en volgens het Goddelijke, maar met betrekking tot het niet-goede en tot het boze, want dit ontstaat buiten het Goddelijke uit anderen die tegen het Goddelijke zijn; omdat dus Voorzienigheid wordt gezegd met betrekking tot het goede, wordt het eveneens gezegd van de verbinding van het natuurlijke met het hemelse van het geestelijke, waarover in dit hoofdstuk wordt gehandeld; daarom wordt hier met dromen datgene aangeduid waarin voorzien is.