Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 5111
5111. En hij zei tot hem; dat dit de onthulling betekent, staat vast uit de betekenis van zeggen in de historische dingen van het Woord, namelijk het doorvatten, waarover de nrs. 1791, 1815, 1819, 1822, 1898, 1919, 2080, 2619, 2862, 3395, 3509; dus is het eveneens de onthulling, want die is de innerlijke doorvatting en vanuit de doorvatting.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2619
2619. Dat de woorden ‘gelijk als Hij gesproken had’ betekenen, zoals Hij gedacht had, blijkt uit de betekenis van spreken, namelijk denken, waarover in de nrs. 2271, 2287.
De innerlijke gewaarwording, aangeduid door ‘Jehovah zei’ kwam uit het Goddelijk hemelse voort, door middel van het Goddelijk geestelijke, daarom is er in de zin van de letter als het ware een herhaling, en wel ‘gelijk als Hij gezegd had’ en ‘gelijk als Hij gesproken had’. Wat het echter zeggen wil: gewaarworden uit het Goddelijk hemelse en denken uit het Goddelijk hemelse door middel van het Goddelijk geestelijke, valt niet in, zelfs ook niet in het allerhelderst verlichte begrip, door middel van de dingen, die tot het licht van de wereld behoren. Hieruit blijkt, hoe dit met de oneindig vele overige dingen het geval zal zijn. Dat het denken uit de innerlijke gewaarwording voortkomt, zie men in de nrs. 1919, 2515.
Bij de mens is het als volgt gesteld: het is het goede, waaruit hij innerlijk gewaarwordt, maar het is het ware, door middel waarvan hij denkt. Het goede behoort tot de liefde en de aandoening ervan en dus komt daaruit de innerlijke gewaarwording voort. Het ware behoort echter tot het geloof en dus behoort dit tot het denken. Het eerste wordt in de historische gedeelten aangeduid met ‘zeggen’, het laatste echter met ‘spreken’; wanneer echter het woord zeggen alleen staat, betekent het soms innerlijk gewaarworden en soms denken, daar ‘zeggen’ beide insluit.