Bible

 

Genesis 37:33

Studie

       

33 En hij bekende hem, en zeide: Het is mijns zoons rok! een boos dier heeft hem opgegeten! voorzeker is Jozef verscheurd!

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4687

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4687. En ziet, mijn schoof stond op en bleef ook staande; dat dit het leerstelloge ten aanzien van het Goddelijk Menselijke van de Heer betekent, staat vast uit de betekenis van de schoof, namelijk het leerstellige, waarover eerder en uit de betekenis van opstaan en staande blijven, namelijk het hoogste dat te regeren heeft en dat zij hebben te aanbidden; dat dit het Goddelijk Menselijke van de Heer is, blijkt uit de dingen die volgen, namelijk dat de elf schoven zich neerbogen voor die schoof en in de andere droom, dat de zon en de maan en de elf sterren zich neerbogen voor Jozef, waarmee dat hoogste wordt aangeduid, dat te regeren heeft en dat zij hebben te aanbidden, waarom Jakob dan ook zegt:

‘Zullen wij komen, ik en uw moeder en uw broeders, om ons voor u ter aarde neder te buigen. Het is zoals eerder gezegd, het Goddelijk Ware van de Heer dat door Jozef wordt uitgebeeld; het hoogste ervan is de Heer zelf en het hoogste onder de leerstellige dingen is dat Zijn Menselijke Goddelijk is. Met dit hoogste van de leerstellige dingen is het als volgt gesteld: de Oudste Kerk die hemels was en boven de overige, Mens werd genoemd, aanbad het Oneindig Zijn en daaruit het Oneindig Bestaande; en omdat zij over het Oneindig Zijn geen doorvatting konden hebben, maar wel enige doorvatting over het Oneindig daaruit Bestaande vanuit de doorvatbare dingen die in hun innerlijke mens waren en vanuit de voelbare dingen die in de uiterlijke mens waren en vanuit de aanschouwbare dingen die in de wereld waren, aanbaden zij daarom het Oneindig Bestaande waarin het Oneindig Zijn is. Het Oneindig Bestaande waarin het Oneindig Zijn is, doorvatten zij als de Goddelijke Mens, de oorzaak hiervan was dat zij wisten dat het Oneindig Bestaande vanuit het Oneindig Zijn werd voortgebracht door de hemel en omdat deze de Grootste Mens is – overeenstemmend met alle en de afzonderlijke dingen die in de mens zijn, zoals aan het einde van de voorgaande hoofdstukken is getoond en aan het einde van ettelijke volgende zal worden getoond – konden zij geen ander idee van de doorvatting hebben over het Oneindig Bestaan uit het Oneindig Zijn dan die over de Goddelijke Mens, want al wat door de hemel zoals door de Grootste Mens uit het Oneindig Zijn overgaat, dat draagt een beeld ervan met zich mee in alle dingen en in de afzonderlijke dingen. Toen die hemelse Kerk begon te vervallen, voorzagen zij dat dit Oneindig Bestaande niet langer een invloeiing zou kunnen hebben in de gemoederen van de mensen en dat zo het menselijk geslacht te gronde zou gaan; daarom hadden zij het vanuit openbaring dat Hij zou worden geboren, Die het Menselijke in Zich Goddelijk zou maken en zo het Oneindig Bestaande Zelf zou worden, zodanig als het tevoren was geweest en tenslotte één met het Oneindig Zijn zoals het ook tevoren was geweest; vandaar hun profetische uitspraak over de Heer in, (Genesis 3:15). Dit wordt als volgt beschreven bij Johannes:

‘In de aanvang was het Woord en het Woord was bij God en het was God, het Woord. Dit was in de aanvang bij God; alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt en zonder Hetzelve is niets gemaakt dat gemaakt is. In Hetzelve was het leven en het leven was het licht der mensen. En het Woord is Vlees geworden en het heeft in ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien zoals van de Enigverwekte uit de Vader, vol genade en waarheid’, (Johannes 1:1-4, 14);

het Woord is het Goddelijk Ware, dat in zijn wezen is het Oneindig Bestaan uit het Oneindig Zijn en het is de Heer Zelf ten aanzien van Zijn Menselijke. Het is dit Menselijke Zelf waaruit het Goddelijk Ware nu voortgaat en in de hemel invloeit en door de hemel in de menselijke gemoederen, dus dat het heelal regeert en bestuurt, zoals het dit van eeuwigheid aan geregeerd en bestuurd heeft; het is immers hetzelfde als, en één met het Oneindig Zijn, want het heeft het Menselijke met het Goddelijke verbonden, dat daardoor heeft plaatsgevonden dat het het Menselijke in Zich ook Goddelijk heeft gemaakt. Daaruit kan nu vaststaan dat het hoogste van het Goddelijk Ware van de Heer het Goddelijk Menselijke is en vandaar dat het hoogste onder de leerstellige dingen van de Kerk is dat Zijn Menselijke Goddelijk is.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl