Bible

 

Genesis 36:25

Studie

       

25 En dit zijn de zonen van Ana: Dison; en Aholibama was de dochter van Ana.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4639

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4639. GENESIS 36:1-43

1. En deze zijn de geboorten van Ezau; hijzelf is Edom.

2. Ezau nam zijn vrouwen uit de dochters Kanaän, Ada, de dochter van Elon, de Hethiet en Oholibama, de dochter van Ana, de dochter van Zibeon, de Heviet.

3. En Basmath, de dochter van Ismaël, de zuster van Nebajoth.

4. En Ada baarde aan Ezau Elifaz en Basmath baarde Rehuël.

5. En Oholibama baarde Jehus, Jaëlam en Korach; dezen zijn de zonen van Ezau, die hem geboren zijn in het land Kanaän.

6. En Ezau nam zijn vrouwen en zijn zonen en zijn dochters en alle zielen van zijn huis en zijn verwerving en al zijn beest en al zijn koop, de dingen die hij in het land Kanaän had verworven en hij ging tot een land van voor Jakob, zijn broeder.

7. Omdat hun verwerving teveel was om samen te wonen en het land van hun vreemdelingschappen kon hen niet dragen van voor hun verwervingen.

8. En Ezau woonde in de berg Seïr; Ezau, hijzelf is Edom.

9. En deze zijn de geboorten van Ezau, de vader van de Edomieten, op de berg Seïr.

10. Deze zijn de namen van de zonen van Ezau: Elifaz, de zoon van Ada, de echtgenote van Ezau; Rehuël, de zoon van Basmath, de echtgenote van Ezau.

11. En de zonen van Elifaz waren: Teman, Omar, Sefo, Gaëtam en Kenaz.

12. Timna was een bijvrouw van Elifaz, de zoon van Ezau en zij baarde aan Elifaz Amalek; dezen zijn de zonen van Ada, de echtgenote van Ezau.

13. En dezen zijn de zonen van Rehuël: Nahath en Zerah, Samma en Mizza; dezen waren de zonen van Basmath, de echtgenote van Ezau.

14. En dezen waren de zonen van Oholibama, de dochter van Ana, dochter van Zibeon, de echtgenote van Ezau; en zij baarde aan Ezau Jehus, Jaëlam en Korach.

15. Dezen zijn de leiders van de zonen van Ezau, de zonen van Elifaz, de eerstverwekte van Ezau: de leider Teman, de leider Omar, de leider Sefo, de leider Kenaz.

16. De leider Korach, de leider Gaëtam, de leider Amalek; dezen zijn de leiders van Elifaz in het land Edom; dezen zijn de zonen van Ada.

17. En dezen zijn de zonen van Rehuël, de zoon van Ezau: de leider Nahath, de leider Zerah, de leider Samma, de leider Mizza; dezen zijn de leiders van Rehuël in het land Edom; dezen zijn de zonen van Basmath, de echtgenote van Ezau.

18. En dezen zijn de zonen van Oholibama, de echtgenote van Ezau: de leider Jehus, de leider Jaëlam, de leider Korach; dezen zijn de leiders van Oholibama, de dochter van Ana, de echtgenote van Ezau.

19. Dezen zijn de zonen van Ezau en dezen hun leiders; hijzelf is Edom.

20. Dezen zijn de zonen van Seïr, de Horiet, de bewoners van het land: Lotan, Sobal, Zibeon en Ana.

21. En Dison, en Disan; dezen zijn de leiders van de Horieten, de zoon van Seïr, in het land van Edom.

22. En de zonen van Lotan waren: Hori en Heman en de zuster van Lotan was Timna.

23. En de zonen van Sobal: Alvan, Manahath, Ebal, Sefo en Onam.

24. En dezen zijn de zonen van Zibeon en Aja en Ana; deze is Ana die de muildieren vond in de woestijn, toen hij de ezels weidde voor Zibeon, zijn vader.

25. En dezen zijn de zonen van Ana: Disan en Oholibama, de dochter van Ana.

26. En dezen zijn de zonen van Disan: Hemdan en Esban, Jithran en Keran.

27. Dezen zijn de zonen van Ezer: Bilhan, Zaävan en Akan.

28. Dezen zijn de zonen van Disan: Uz en Aran.

29. Dezen zijn de leiders van de Horieten; de leider Lotan, de leider Sobal, de leider Zibeon, de leider Ana.

30. De leider Dison, de leider Ezer, de leider Disan; dezen zijn de leiders van de Horiet naar hun leiders in het land Seïr.

31. En dezen zijn de koningen die hebben geregeerd in het land Edom, eer een koning regeerde over de zonen Israëls.

32. En in Edom regeerde Bela, de zoon van Beor en zijn stad heette Dinhaba.

33. En Bela stierf en in zijn plaats regeerde Jobab, de zoon van Zerah uit Bozra.

34. Toen Jobab gestorven was en in zijn plaats regeerde Husam uit het land van de Temanieten.

35. Toen Husam gestorven was en in zijn plaats regeerde Hadad, de zoon van Bedad, die Midian sloeg in het veld van Moab; en de naam van zijn stad was Avith.

36. En Hadad stierf en in zijn plaats regeerde Samla uit Masreka.

37. En Samla stierf en in zijn plaats regeerde Saul uit Rehoboth van de rivier.

38. En Saul stierf en in zijn plaats regeerde Baäl-Hanan, de zoon van Achbor.

39. En Baäl-Hanan, de zoon van Achbor, stierf en in zijn plaats regeerde Hadar en de naam van zijn stad was Pahu en de naam van zijn echtgenote was Mehetabeël, de dochter van Matred, de dochter van Mezahab.

40. En deze zijn de namen van de leiders van Ezau, naar hun families, naar hun plaatsen, in hun namen; de leider Timna, de leider Alva, de leider Jetheth.

41. De leider Oholibama, de leider Ela, de leider Pinon.

42. De leider Kenaz, de leider Teman, de leider Mibzar.

43. De leider Magdiël en leider Iram; dezen zijn de leiders van Edom, naar hun woningen, in het land van hun bezitting; hijzelf is Ezau, de vader van Edom.

DE INHOUD

In de innerlijke zin wordt hier gehandeld over het Goddelijk Natuurlijk Goede van de Heer en de gehele orde van dat goede wordt door de namen beschreven; het Goddelijk Natuurlijk Goede van de Heer is Ezau.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl