32
Daarom eten de kinderenIsraels de verrukte zenuw niet, die op het gewricht der heup is, tot op dezen dag, omdat Hij het gewricht van Jakobs heup aangeroerd had, aan de verrukte zenuw.
4306. Dat diezelfde woorden die tot hiertoe werden ontvouwd, ook over de nakomelingen van Jakob handelen en dat die zin een lagere zin wordt genoemd, en ook de historisch innerlijke zin, zie de nrs. 4279, 4288; hoe het met deze dingen in deze zin is gesteld, zal hierna ontvouwd worden.
Prostudujte si tuto pasáž
Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl