36
Toen ontstak Jakob, en twistte met Laban; en Jakob antwoordde en zeide tot Laban: Wat is mijn overtreding, wat is mijn zonde, dat gij mij zo hittiglijk hebt nagejaagd?
36
Toen ontstak Jakob, en twistte met Laban; en Jakob antwoordde en zeide tot Laban: Wat is mijn overtreding, wat is mijn zonde, dat gij mij zo hittiglijk hebt nagejaagd?
4182. Mijn ellende en de vermoeienis van mijn palmen heeft God gezien en Hij heeft gericht gisterennacht; dat dit betekent dat alle dingen uit Hem zijn door de eigen macht, staat vast uit de betekenis van de ellende en de vermoeienis van de palmen hier, namelijk de verzoekingen; en omdat de Heer door verzoekingen en overwinningen het Goddelijke met het Menselijke verenigde en dit ook Goddelijk maakte en wel uit eigen macht, worden deze dingen door dezelfde woorden aangeduid; dat de Heer door verzoekingen en overwinningen het Goddelijke met het Menselijke verenigde en dit Goddelijk maakte uit eigen macht, zie de nrs. 1661, 1737, 1813, 1921, 2776, 3318;
dat de palm of de hand de macht is, nrs. 878, 3387; dus betekenen mijn palmen of mijn handen de eigen macht; God heeft gezien en Hij heeft gericht, betekent het Goddelijke van de Heer, namelijk dat het Goddelijke dat in Hem is en dat van Hem is, het gedaan heeft.