Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3976
3976. En ik moge gaan; dat dit de verbinding met het Goddelijk Redelijke betekent, staat vast uit de betekenis van gaan, namelijk tot zijn plaats en tot zijn land, als eerder in nr. 3973, waardoor het verlangen van de verbinding met het Goddelijke van het redelijke wordt aangeduid.
Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3973
3973. Zend mij weg en ik moge gaan tot mijn plaats en tot mijn land; dat dit betekent, dat toen het verlangen van het door Jakob uitgebeelde natuurlijke was, naar de staat van de verbinding met het Goddelijke van het redelijke, staat vast uit de uitbeelding van Jakob, die deze dingen spreekt, namelijk het goede van het natuurlijk ware, waarover vlak hiervoor in nr. 3972;
uit de betekenis van de plaats, namelijk de staat, nrs. 2625, 2837, 3356, 3387;
en uit de betekenis van het land hier, namelijk het Goddelijke van het redelijke, want onder mijn land wordt zijn vader Izaäk en zijn moeder Rebekka verstaan, want naar hen wilde hij gezonden worden en gaan; dat Izaäk het Goddelijk Redelijke ten aanzien van het goede is, zie de nrs. 2083, 2630, 3012, 3194, 3210;
en dat Rebekka het Goddelijk ware is verbonden met het Goddelijk Goede van het redelijke, nrs. 3012, 3013, 3077;
dat dit het verlangen van de verbinding is, blijkt uit de aandoening die in de woorden ligt.