Bible

 

Genesis 30:31

Studie

       

31 En hij zeide: Wat zal ik u geven? Toen zeide Jakob: Gij zult mij niet met al geven, indien gij mij deze zaak doen zult; ik zal wederom uw kudden weiden, en bewaren.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3981

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3981. Ik heb bevonden en Jehovah heeft mij om uwentwil gezegend; dat dit betekent dat het vanuit het Goddelijke was, ter wille van het goede van het natuurlijke waaraan het van dienst zou zijn, staat vast uit de betekenis van bevinden dat Jehovah heeft gezegend, namelijk zeker weten dat het vanuit het Goddelijke is; dat het was ter wille van het goede van het natuurlijke waaraan het van dienst zou zijn, wordt aangeduid door ‘om uwentwil’, want Jakob is het goede van het natuurlijk ware, nrs. 3659, 3669, 3677, 3775, 3829;

en Laban is het zijdelings verwante goede dat van dienst is, zoals eerder hier en daar werd getoond; men zie ook hierna de nrs. 3982, 3986.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3829

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3829. Jakob zei tot Laban: Geef mijn vrouw; dat dit betekent dat er uit het algemeen goede nu verbinding is met de aandoening van het innerlijk ware, staat vast uit de uitbeelding van Jakob, namelijk het goede van het natuurlijke, waarover eerder; hier het algemeen goede, omdat de dingen die van het natuurlijke zijn, naar verhouding algemene dingen zijn, want er zijn ontelbare dingen die vanuit de innerlijke mens in de natuurlijke of uiterlijke mens invloeien en die daarin als een enkel algemeen iets verschijnen en nog meer voordat de bijzondere dingen van de algemene dingen zijn opgenomen, zoals hier; vandaar is het dat het goede, dat door Jakob wordt uitgebeeld, nu het algemeen goede wordt genoemd; dat het de verbinding met de aandoening van het innerlijk ware is, is duidelijk, want Rachel, die hier ‘mijn vrouw’ is, beeldt de aandoening van het innerlijk ware uit, zoals eerder werd getoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl