Bible

 

Genesis 29:22

Studie

       

22 Zo verzamelde Laban al de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3882

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3882. En zij hield op van baren; dat dit betekent langs de ladder de opklimming van de aarde tot aan Jehovah of de Heer, staat vast uit de betekenis van baren of de baring, namelijk het ware en het goede, want deze zijn de baringen in de geestelijke zin; de mens wordt immers wederverwekt of opnieuw geboren door het ware en het goede; deze zijn het ook die zijn aangeduid door de vier baringen van Lea: Ruben, Simeon, Levi en Juda; door Ruben het ware dat het eerste van de wederverwekking of van de wedergeboorte is; dit is het slechts ten aanzien van de wetenschap, dus het ware weten; door Simeon het ware dat het tweede van de wederverekking of van de wedergeboorte is; dit is het ware ten aanzien van de wil, dus het ware willen; door Levi het ware dat het derde van de wederverwekking of van de wedergeboorte is; dit is het ten aanzien van de aandoening, dus door het ware worden aangedaan, wat hetzelfde is als de naastenliefde; door Juda echter het goede, dat het vierde van de wederverwekking of van de wedergeboorte is, namelijk het hemelse van de liefde; wanneer de wederverwekte of de opnieuw geborene dit heeft bereikt, dan verschijnt hem de Heer, want dan is hij opgeklommen van de laagste graad zoals langs een ladder tot aan de graad waar de Heer is; dit is ook de opklimming die werd aangeduid door de ladder die Jakob in de droom op de aarde gesteld zag en waarvan het hoofd de hemel raakte en waarlangs de engelen Gods opklommen en neerdaalden en waarop Jehovah of de Heer stond, waarover in het voorgaande hoofdstuk 28, vers 12; hieruit blijkt dat dit door ‘zij hield op van baren’ wordt aangeduid. Dat door het viermaal vermelde ontvangen en baren de voortschrijding van het uiterlijke tot het innerlijke of van het ware tot het goede, dat wil zeggen, van de aarde tot de hemel, is aangeduid, zie de nrs. 3860, 3868, 3874, 3879.

De nederdaling volgt daarna, want de mens kan niet neerdalen, tenzij hij eerst opgeklommen is; de nederdaling is evenwel niets anders dan vanuit het goede uitzien over het ware, zoals de mens vanaf de berg die hij is opgeklommen, op die dingen die beneden liggen, neerziet; dat hij dan met één blik ontelbaar veel dingen meer kan omvatten dat degenen die beneden of in het dal staan, is voor eenieder duidelijk; geheel evenzo is het gesteld met hen die in het goede zijn, dat wil zeggen, in de liefde tot de Heer en in de naastenliefde jegens de naaste, vergeleken met hen die slechts in het ware zijn, dat wil zeggen, in het geloof-alleen. Vervolg over de Grootste Mens en over de overeenstemming, hier over de overeenstemming met het hart en de long.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl