Bible

 

Genesis 25:3

Studie

       

3 En Joksan gewon Seba en Dedan; en de zonen van Dedan waren de Assurieten, en Letusieten, en Leummieten.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3249

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3249. Dat de woorden ‘oostwaarts naar het land van het oosten’ betekenen, naar het goede van het geloof, blijkt uit de betekenis van het oosten en van het land van het oosten, waarover hierna. Het goede van het geloof, dat wordt aangeduid door het land van het oosten, is niets anders dan dat wat in het Woord ‘liefde jegens de naaste’ wordt genoemd, en liefde jegens de naaste is niets anders dan een leven overeenkomstig de geboden van de Heer. Dat door het land van het oosten, dit wordt aangeduid, zie nr. 1250. Daarom werden zij die in de erkentenissen van het goede van het geloof waren, zonen van het oosten genoemd. Het land van de zonen van het oosten was Aram of Syrië. Dat Aram of Syrië de erkentenissen van het goede is, zie de nrs. 1232, 1234;

en dat Aram Naharaim of ‘Syrië der rivieren’ de erkentenissen van het ware is, in nr. 3051;

en daar door de Syriërs of de zonen van het oosten diegenen werden aangeduid, die in de erkentenissen van het goede en ware waren, werden zij boven de overigen ‘wijzen’ genoemd, zoals in het eerste Boek der Koningen, waar over Salomo wordt gezegd:

‘De Wijsheid van Salomo was vermenigvuldigd boven de wijsheid van alle zonen van het oosten’, (1 Koningen 4:30) en bij Mattheüs, over hen die tot Jezus kwamen, toen Hij geboren was:

‘Wijzen van het oosten zijn te Jeruzalem aangekomen, zeggende: Waar is Hij, de koning der Joden, die geboren is, want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden’, (Mattheüs 2:1, 2). Want in Syrië waren de laatste overblijfselen van de Oude Kerk en daarom waren daar nog erkentenissen van het goede en ware over, zoals ook uit Bileam kan blijken, die niet alleen Jehovah aanbad, maar ook over de Heer profeteerde en Hem noemde ‘Ster uit Jakob en Scepter uit Israël’, (Numeri 24:17). Dat Bileam uit de zonen van het oosten in Syrië was, blijkt duidelijk, want hij zegt dit van zichzelf, toen hij zijn spreuk ophief:

‘Uit Syrië heeft mij Balak, de koning van Moab geleid, van de bergen van het oosten’, (Numeri 23:7). Dat het Aram of Syrië was, waar de zonen van het oosten woonden, kan ook hieruit blijken, dat toen Jakob naar Syrië ging, gezegd werd, dat ‘hij ging naar het land van de zonen van het oosten’, (Genesis 29:1).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl