Bible

 

Genesis 24:58

Studie

       

58 En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult gij met deze man trekken? En zij antwoordde: Ik zal trekken.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3203

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3203. Dat de woorden ‘en zij viel van de kameel af’ haar scheiding van de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens betekenen, tot de innerlijke gewaarwording van het redelijk goede, blijkt uit de betekenis van vallen, namelijk gescheiden worden; en uit de betekenis van de kamelen, namelijk de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, nrs. 3048, 3071;

dat het tot de innerlijke gewaarwording van het redelijk goede was, dat wordt uitgebeeld door Izaäk, komt duidelijk uit. Wat ‘van de natuurlijke mens gescheiden worden’ zeggen wil, werd eerder gezegd en aangetoond in de nrs. 3161, 3175, 3182, 3188, 3190, namelijk dat dan de aandoening van het ware daarvan gescheiden wordt, wanneer die niet langer tot de wetenschap behoort, maar van het leven wordt; want wanneer die van het leven wordt, vervult ze door middel van de gewoonte de mens als zijn gemoedsaard of zijn natuur; en wanneer dit gebeurt, vloeit ze als vanzelf in handeling uit en dit vindt plaats zonder dat hij uit enig wetenschappelijks daarover denkt; ja zelfs kan ze, wanneer ze van het leven wordt, heersen over de wetenschappelijke dingen en daaruit ontelbare dingen opnemen, die bevestigen. Het is met al het ware zo gesteld, dat het in de eerste leeftijd tot de wetenschap behoort, maar bij de voortschrijding wordt het een zaak van het leven. Het is daarmee gesteld als met kleine kinderen, wanneer zij leren lopen, leren spreken, leren denken en vanuit het verstand leren zien en met oordeel besluiten; deze dingen, wanneer die door gewoonte van de wil zijn geworden en dus spontaan, verdwijnen uit de wetenschappelijke dingen, want zij vloeien dan vanzelf voort. Zo is het ook gesteld met die zaken, die tot de erkentenissen van het geestelijk goede en ware behoren bij de mensen, die door de Heer wederverwekt of wedergeboren worden; in de aanvang zijn dezen ook niet anders dan kleine kinderen en in het begin zijn de geestelijke waarheden voor hen wetenschappelijkheden; want de leerstellige dingen zijn, wanneer zij geleerd en in het geheugen gebracht worden, niets anders, maar zij worden door de Heer geleidelijk daaruit opgeroepen en in het leven geplant, dat wil zeggen, in het goede, want het goede is het leven. Wanneer dit is geschied, vindt er als het ware een omkering plaats, namelijk dat de mens begint te handelen uit het goede, dat wil zeggen, uit het leven en ook niet langer als tevoren, uit de wetenschap. Zo is degene die opnieuw geboren wordt, hierin gelijk aan een klein kind – maar de zaken waarmee hij zich vervult, behoren tot het geestelijk leven – totdat hij niet vanuit het leerstellige of ware, maar vanuit de naastenliefde of het goede handelt. Wanneer dit plaatsvindt, is hij voor het eerst in een gelukzalige staat en in de wijsheid. Hieruit kan nu blijken wat het zeggen wil: gescheiden worden van de wetenschappelijke dingen in de natuurlijke mens, wat daarmee wordt aangeduid, dat Rebekka van de kameel afviel en wel voordat zij wist dat het Izaäk was; eenieder kan zien, dat deze dingen verborgenheden inhouden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl