Bible

 

Genesis 24:25

Studie

       

25 Voorts had zij tot hem gezegd: Ook is er stro en veel voeders bij ons, ook plaats om te vernachten.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3089

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3089. Dat de woorden ‘laat mij, ik bid u, een weinig waters uit uw kruik slurpen’ betekenen, of van daar iets waars verbonden kon worden, blijkt uit de betekenis van slurpen, namelijk iets dergelijks als drinken, maar dan kleiner, omdat onderzoek gedaan moet worden. Dat drinken innerlijk gewaarworden is, zie in nr. 3069. In de innerlijke zin is drinken ook meegedeeld en verbonden worden en heeft betrekking op het geestelijke, zoals eten betrekking heeft op het hemelse, nrs. 2187, 2342;

en uit de betekenis van het water, namelijk het ware, waarover de nrs. 680, 739, 2702. Daarom betekenen hier de woorden ‘laat mij, ik bid u, een weinig waters uit uw kruik slurpen’ het onderzoek of van daar iets waars verbonden kon worden. De kruik is de ontvanger, waarin en waaruit het ware is, nrs. 3068, 3079.

Dat er een onderzoek werd ingesteld, komt omdat de eerste aandoening van het ware ook iets vanuit het moederlijke met zich meedroeg, dat gescheiden moest worden, nrs. 3040, 3078.

Bij de mens die wederverwekt moet worden is het als volgt gesteld, dat zijn eerste aandoening van het ware in hoge mate onrein is, want er bevindt zich daarin een aandoening van betrachting van nut en een einddoel ter wille van zichzelf, ter wille van de wereld, ter wille van heerlijkheid in de hemel en meer dergelijke dingen die op zichzelf zijn gericht, maar niet op het algemeen welzijn, het rijk van de Heer, nog minder op de Heer. Zo’n aandoening kan niet anders dan voorafgaan; toch wordt die geleidelijk door de Heer gereinigd, zodat tenslotte de boosheden en valsheden verwijderd en als het ware naar de omtrek geworpen worden; ze waren evenwel van dienst als middelen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 3040

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

3040. Dat de woorden ‘gij zult voor mijn zoon een vrouw van daar nemen’ betekenen, dat de aandoening van het ware weliswaar daar vandaan komt, maar uit een nieuwe oorsprong, blijkt uit de betekenis van de vrouw, namelijk de aandoening van het ware, waarover eerder. Want door Rebekka, over wie in dit hoofdstuk wordt gehandeld, wordt het Goddelijk ware uitgebeeld, dat verbonden moet worden met het Goddelijk Goede van het Redelijke, dat Izaäk is. Dat de aandoening van het ware daar vandaan komt, namelijk uit wat wordt aangeduid door ‘het huis van de vader en het land van de geboorte’ maar uit een nieuwe oorsprong, kan hier nog niet uitgelegd worden, maar in wat volgt zal hierover in vele dingen gehandeld worden. Om het nu alleen in het kort te zeggen: alle aandoening van het ware in de natuurlijke mens ontstaat door middel van de invloeiing door de aandoening van het goede uit het redelijke of door middel van het redelijke door de Heer. De aandoening van het ware, die door middel van deze invloeiing in de natuurlijke mens ontstaat, is in het begin niet de echte aandoening van het ware, want het echte ware komt geleidelijk en wordt geleidelijk in de plaats gebracht van eerdere dingen die niet waarheden in zichzelf waren, maar slechts middelen die tot het echte ware leidden. Uit dit weinige kan blijken wat het zeggen wil dat de aandoening van het ware weliswaar daar vandaan komt, maar uit een nieuwe oorsprong.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl