Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2809
2809. Vers 9. En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond Izaäk zijn zoon, en legde hem op het altaar boven op het hout. Zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had, betekent de toenmalige staat overeenkomstig de innerlijke gewaarwording uit het Goddelijk Ware; en hij bouwde aldaar een altaar, betekent de voorbereiding van het Goddelijk Menselijke van de Heer; en hij schikte het hout, betekent de gerechtigheid, die daaraan was toegevoegd; en bond Izaäk zijn zoon, betekent de staat van het Goddelijk Redelijke, dat ten aanzien van het ware de uiterste graden van de verzoeking zou ondergaan; en legde hem op het altaar boven op het hout, betekent in het Goddelijk Menselijke waartoe de Gerechtigheid behoort.