Bible

 

Genesis 19:17

Studie

       

17 En het geschiedde als zij hen uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: behoud u om uws levens wil; zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte; behoud u naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt.

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalyps Onthuld # 452

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 962  
  

452. En uit hun monden ging uit vuur en rook en zwavel, betekent dat in hun denken en gesprekken, innerlijk beschouwd, niet iets anders is en daarvanuit niets anders voortgaat dan de liefde van zich en van de wereld, te weten het eigene van de wil en de trots van het eigen inzicht, namelijk het eigene van het verstand en de begeerte van het boze en het valse, dus het gemeenschappelijk eigene, voortvloeiend vanuit die twee.

Vanuit hun monden is vanuit hun denken en gesprekken; met het vuur wordt de liefde van zich en van de wereld aangeduid; deze liefde is van het eigene van de wil van de mens, nrs. 450, 468, 494; met de rook wordt de trots van het eigen inzicht aangeduid, namelijk het eigene van het verstand van hem, uitgaande van de liefde van zich en van de wereld zoals de rook vanuit het vuur, nr. 422; en met zwavel wordt de begeerte van het boze en het valse aangeduid, namelijk het gemeenschappelijk eigene, dat voortvloeit vanuit die twee.

Maar deze dingen verschijnen niet vanuit hun spreken voor de mensen in de wereld, maar duidelijk voor de engelen in de hemel; en daarom wordt gezegd, dat zij innerlijk beschouwd zodanig zijn.

Het vuur betekent de helse liefde en de zwavel de begeerten die voorvloeien vanuit die liefde door de trots van het eigen inzicht, in de volgende plaatsen:

‘Vuur en zwavel zal Ik op hem doen regenen’, (Ezechiël 38:22).

‘Jehovah zal op de goddelozen regenen vuur en zwavel’, (Psalm 11:6).

‘Dag van de wraak van Jehovah; de beken zullen in pek verkeerd worden en het stof ervan in zwavel; tot in het eeuwige zal de rook ervan opgaan’, (Jesaja 34:8-10).

‘Op de dag dat Lot van Sodom uitging, regende het vuur en zwavel vanuit de hemel; even alzo zal het zijn in de dag op welke de Zoon des Mensen onthuld zal worden’, (Lukas 17:29, 30; Genesis 19:24).

‘Wie het beest en zijn beeld aanbidt, zal gepijnigd worden met vuur en zwavel’, (Openbaring 14:9, 10).

‘Het beest, de pseudoprofeet en de duivel zijn geworpen in een poel van vuur en zwavel’, (Openbaring 19:20; 20:10; 21:8).

‘Het blazen van Jehovah zal de brandstapel aansteken zoals een rivier van zwavel’, (Jesaja 30:33).

‘Zwavel, zout en verbranding de ganse aarde; zij zal niet bezaaid worden, zij zal niet uitspruiten, naar de omkering van Sodom en Gomorra’, (Deuteronomium 29:23).

‘Over de woning van de goddeloze zal zwavel gestrooid worden’, (Job 18:15).

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl