Bible

 

Genesis 16:12

Studie

       

12 En hij zal een woudezel van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn broederen.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1933

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

1933. Dat de woorden ‘En zij zei: van het aangezicht van Sarai, mijn meesteres, ben ik vluchtende’ het antwoord en de verontwaardiging beteken, blijkt uit hetgeen gezegd is. Ten aanzien van de verontwaardiging zie men eerder bij vers 4, waar dezelfde woorden staan; daar het aangezicht de innerlijke dingen betekent, zoals eerder in nr. 358 is aangetoond, betekent het dus de verontwaardiging en tal van andere dingen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl