Bible

 

Genesis 10:29

Studie

       

29 En Ofir, en Havila, en Jobab; deze allen waren zonen van Joktan.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 1263

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

1263. Dat:

‘na de vloed’ betekent, van het begin van de Oude Kerk af, blijkt hieruit, dat de vloed het einde van de Oudste Kerk was en het begin van de Oude Kerk, zoals eerder in de nrs. 705, 739 en 790 is aangetoond.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 739

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

739. Dat door de watervloed het begin van de verzoeking wordt aangeduid, blijkt hieruit, dat hier sprake is van de verzoeking ten aanzien van de dingen van het verstand, welke verzoeking vooraf gaat en licht is, zoals gezegd werd. Vandaar wordt zij watervloed gezegd en niet eenvoudig vloed, zoals in het volgende zeventiende vers; want de wateren betekenen voornamelijk de geestelijke dingen van de mens, de dingen van het verstand van het geloof, voorts het hieraan tegenovergestelde of de valsheden, zoals met zeer veel plaatsen uit het Woord bevestigd kan worden. Dat de watervloed of de overstroming de verzoeking betekent, blijkt uit hetgeen in de inleiding tot dit hoofdstuk is aangetoond, voorts ook bij Ezechiël:

‘Alzo zegt de Heer Jehovih: Ik zal in Mijn grimmigheid de geest der stormwinden doen doorbreken, en er zal een overstroomde plasregen zijn in Mijn toorn, en hagelstenen in de drift ter voleindiging, dat Ik de wand afbreke, die gij met ijdelheid hebt gepleisterd’, (Ezechiël 13:11, 13, 14);

hier staan geest der stormwinden en overstromende plasregens voor de verlating van het valse, de met ijdelheid gepleisterde wand voor verdichtsels, hetgeen als waar verschijnt.

Bij Jesaja:

‘Jehovah God is een toevlucht tegen de overstroming, een schaduw tegen de hitte, waar de geest van de tirannen is als een overstroming tegen een wand’, (Jesaja 25:4);

alwaar overstroming staat voor verzoeking wat betreft de dingen van het verstand, en wordt onderscheiden van de verzoeking wat betreft de dingen van de wil, welke hitte genoemd wordt.

Bij dezelfde:

‘Ziet, een sterke en machtige voor de Heer, als een overstroming van hagel, een storm van verderf, zoals een overstroming van sterke wateren, die overvloeien’, (Jesaja: 28 : 2); hier worden de graden van verzoeking beschreven; ook bij Jesaja:‘Wanneer gij zult gaan door de wateren, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer ge door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden en de vlam zal u niet aansteken’, (Jesaja 43:2);

alwaar wateren en rivieren voor valsheden en fantasieën staan, vuur en vlam voor boosheden en begeerten.

Bij David:

‘Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; zodat bij de overstroming van vele wateren zij hem niet zullen bereiken. Gij zijt mij een verberging; Gij zult mij voor benauwdheid behoeden’, (Psalm 32:6, 7);hier staat overstroming van wateren voor de verzoeking, welke ook een vloed heet; ook bij David:

‘Jehovah zit over de vloed; en Jehovah zit, Koning in eeuwigheid’, (Psalm 29:10). Hieruit en uit de inleiding tot dit hoofdstuk is duidelijk, dat de vloed of overstroming van wateren niets anders betekent dan verzoekingen en verwoestingen, hoewel het naar de wijze van de Oudsten als geschiedenis is beschreven.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl