Bible

 

Ezechiël 9

Studie

   

1 Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in zijn hand.

2 En ziet, zes mannen kwamen van den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was aan zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar.

3 En de heerlijkheid des Gods van Israel hief zich op van den cherub, waarop Hij was, tot den dorpel van het huis; en Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die de schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had.

4 En de HEERE zeide tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden.

5 Maar tot die anderen zeide Hij voor mijn oren: Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, ulieder oog verschone niet, en spaart niet!

6 Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens en vrouwen, tot verdervens toe; maar genaakt aan niemand, op denwelken het teken is, en begint van Mijn heiligdom. En zij begonnen van de oude mannen, die voor het huis waren.

7 En Hij zeide tot hen: Verontreinigt het huis, en vervult de voorhoven met verslagenen; gaat henen uit. En zij gingen henen uit, en zij sloegen in de stad.

8 Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere Heere, zult Gij al het overblijfsel van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?

9 Toen zeide Hij tot mij: De ongerechtigheid van het huis van Israel en van Juda is gans zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en de stad is vol van afwijking; want zij zeggen: De HEERE heeft het land verlaten, en de HEERE ziet niet.

10 Daarom ook, wat Mij aangaat, Mijn oog zal niet verschonen, en Ik zal niet sparen; Ik zal hun weg op hun hoofd geven.

11 En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan wiens lenden de inktkoker was, bracht bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden hadt.

   

Komentář

 

Proclaim

  

'To proclaim' signifies exploration from influx of the Lord.

(Odkazy: Apocalypse Explained 302)

Ze Swedenborgových děl

 

Apocalypse Explained # 302

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 1232  
  

302. Verse 2. And I saw a strong angel proclaiming with a great voice, signifies exploration by the influx of the Lord into heaven. This is evident from the signification of a "strong angel," as being heaven (of which presently); also from the signification of "proclaiming with a great voice," as being exploration by the influx of the Lord, namely, exploration whether anyone is able to know the states of life of all in heaven and on the earth in general and in particular, for this is what is here treated of. This is signified by "proclaiming," and the influx of the Lord is signified by "a great voice;" for "voice," in reference to the Lord, signifies every truth of the Word, of doctrine, and of faith from Him; and in reference to heaven and the church, it signifies every thought and affection thence; and since everything true and good that angels in heaven and men in whom the church is, think and are affected by, is from the influx of the Lord, this is what is here signified by "a great voice." For it is well known, that no one from the love of good can be affected by good, and from the love of truth can think truth, of himself, but that this flows in from heaven, that is, through heaven from the Lord; and because this is so, "a great voice" signifies the influx of the Lord. (That "voice" in the Word signifies the truth of the Word, of doctrine, and of faith, also everything announced in the Word, see above, n. 261, and Arcana Coelestia 3563, 6971, 8813, 9926; and that it signifies the interior affection of truth and good, and thought therefrom, n. 10454) A "strong angel" signifies heaven because the whole angelic heaven before the Lord is as one man, or as one angel, likewise each society of heaven; therefore by "angel" in the Word an angel is not meant, but an entire angelic society, as by "Michael," "Gabriel," "Raphael." Here, therefore, "a strong angel proclaiming with a great voice" signifies the influx of the Lord into the whole heaven. That it is into the whole heaven is clear from what follows, for it is said, "And no one was able, in heaven nor upon the earth, neither under the earth, to open the book and to look thereon." (That "angels" in the Word mean entire societies of heaven, and in the highest sense the Lord in respect to Divine truth proceeding, see above, n. 90, 130, 200; and that The Whole Heaven before the Lord is as One Man, or as One Angel, and also every Society of Heaven, see in the work on Heaven and Hell 59-87.)

  
/ 1232  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for their permission to use this translation.