6
En Hij zeide tot mij: Mensenkind, ziet gij wel, wat zij doen, de grote gruwelen, die het huisIsraels hier doet, opdat Ik van Mijn heiligdom verre wegga? Doch gij zult nog wederom grote gruwelen zien.
27
En ik zag als de verf van Hasmal, als de gedaante van vuur rondom daarbinnen, van de gedaante Zijner lenden en opwaarts; en van de gedaante Zijner lenden en nederwaarts, zag ik als de gedaante van vuur, en glans aan Hem rondom.
25
"'You shall therefore make a distinction between the cleananimal and the unclean, and between the uncleanfowl and the clean: and you shall not make yourselves abominable by animal, or by bird, or by anything with which the ground teems, which I have separated from you as unclean for you.