Bible

 

Ezechiël 43:8

Studie

       

8 Als zij hun dorpel stelden aan Mijn dorpel, en hun post nevens Mijn post, dat er maar een wand tussen Mij en tussen hen was, en verontreinigden Mijn heiligen Naam met hun gruwelen, die zij deden; waarom Ik ze verteerd heb in Mijn toorn.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10252

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10252. De beste mirre; dat dit de doorvatting van het zinlijk ware betekent, staat vast uit de betekenis van de welriekende mirre, namelijk de doorvatting van het zinlijk ware; de geur ervan is immers dat wat wordt waargenomen, zoals eerder en de mirre is het zinlijk ware.

Er wordt, in wat nu volgt gehandeld over de olie der zalving, waarmee het hemels goede wordt aangeduid, dus het Goddelijk Goede van de Goddelijke Liefde van de Heer in de binnenste hemel.

Het hoedanige ervan wordt beschreven door de geurige dingen, waaruit zij werd bereid, die waren: de beste mirre, specerijkaneel, specerijkalmoes, kassie en olie van de olijf, waarmee de hemelse waarheden en goedheden in hun orde worden aangeduid, namelijk van de laatste tot de eerste dingen of van de uiterste tot de binnenste; de laatste of de uiterste dingen orden aangeduid met de mirre.

De oorzaak dat het hemels goede, of het goede van de binnenste hemel, op die wijze wordt beschreven, is, dat dit goede ontstaat door die waarheden die worden aangeduid en eveneens daardoor blijft bestaan.

Maar omdat dit een zaak van diepere navorsing is, daarom is het geoorloofd dit verder uiteen te zetten hoe het hiermee is gesteld.

Opdat het hemels goede, dat het binnenste goede is, wordt geboren bij de mens, wat plaatsvindt door de wederverwekking uit de Heer, moeten de waarheden uit het Woord of uit de leer van de Kerk, die vanuit het Woord is, worden verkregen.

Deze waarheden vestigen eerst hun zetel in het geheugen van de natuurlijke of uiterlijke mens, daaruit worden die in de innerlijke mens opgeroepen door de Heer, wat plaatsvindt wanneer de mens ernaar leeft en voor zoveel als de mens er wordt aangedaan of ze liefheeft, voor zoveel worden zij nog hoger of innerlijker opgeheven door de Heer en worden daar het hemels goede.

Het hemels goede is het goede van de liefde van de waarheden vanuit het Woord te doen ter wille van het goede, dus ter wille van de Heer, want het is de Heer uit Wie het goede is, dus Die het Goede is.

Dit is de verwekking van dat goede, waaruit blijkt, dat dit goede ontstaat door de waarheden vanuit het Woord, eerst in de meest uiterlijke of zinlijke mens, daarna door de verheffing ervan in de innerlijke en tenslotte in de binnenste mens zelf, waar zij het hemels goede worden.

En omdat zo dit goede door de waarheden in hun orde ontstaat, blijft het zo in een eendere orde door dezelfde waarheden bestaan, want blijven bestaan is een voortdurend ontstaan; en wanneer het dus zo blijft bestaan zoals het was ontstaan, is het volledig, want dan blijven de hogere dingen bestaan, rusten en leggen zij zich neer in volgorde op de lagere dingen zoals op hun vlakken en op de uiterste of laatste dingen, die de zinlijke, wetenschappelijke waarheden zijn, zoals op hun fundament.

Deze waarheden worden bij Johannes in de Openbaring beschreven met de kostbare stenen waaruit het fundament is van de muur van het Heilige Jeruzalem, neerdalende vanuit de hemel, (Openbaring 21:19,20).

Met de kostbare stenen worden de Goddelijke Waarheden aangeduid die zijn opgenomen in het goede, zie de nrs. 9476, 9863, 9873, 9905.

Dat de welriekende mirre het zinlijk ware is, staat ook vast bij David: ‘Gij hebt de gerechtigheid liefgehad; deswege heeft U, o God, Uw God gezalfd met de olie der blijdschap, boven Uw genoten; met mirre, aloë en kassie al Uw klederen’, (Psalm 45:8,9).

Deze woorden zijn gezegd aangaande de Heer, Die alleen de Gezalfde van Jehovah is, aangezien het Goddelijk Goede van de Goddelijke Liefde, dat wordt aangeduid met de olie der zalving in Hem was, nr. 9954.

Met Zijn klederen, waarvan wordt gezegd dat zij gezalfd waren met mirre, aloë en kassie, worden de Goddelijke waarheden uit Zijn Goddelijk Goede, in het natuurlijke aangeduid, nrs. 5954, 9212, 9216, 9814, dus met de mirre het Goddelijk Ware in het zinlijke, omdat zij in de eerste plaats wordt genoemd.

Bij Mattheüs: ‘De wijzen uit het oosten, hun schatten opengedaan hebbende, brachten de pasgeboren Heer gaven: goud, wierook en mirre.’, (Mattheüs 2:11).

Het goud daar is het goede, de wierook is het innerlijk ware en de mirre het uiterlijk ware, het ene en het andere vanuit het goede.

Dat daar in de eerste plaats het goud wordt genoemd, is omdat het goud het goede betekent, dus het binnenste; in de tweede plaats de wierook, omdat dit het innerlijk ware vanuit het goede betekent; en dat in de derde of de laatste plaats de mirre wordt genoemd, is omdat dit het uiterlijk ware vanuit het goede betekent.

Dat goud het goede is, zie de nrs. 9874, 9881; en dat de wierook het innerlijk ware vanuit het goede is, zal men zien in wat volgt tot vers 34 van dit hoofdstuk.

Dat de wijzen uit het oosten die dingen tot de toen geboren Heer brachten, was opdat zij Zijn Goddelijke in het Menselijke zouden uitbeelden; zij wisten immers wat het goud betekende, wat de wierook en wat de mirre, want zij waren in de wetenschap van de overeenstemmingen en van de uitbeeldingen; die de voornaamste wetenschap was in die tijden bij de Arabieren, de Ethiopiërs en bij de anderen in het oosten, daarom worden ook in het Woord onder Arabië, Ethiopië en onder de zonen van het oosten in de innerlijke zin degenen verstaan die in de erkentenissen van de hemelse dingen zijn, nrs. 1171, 3240, 3242, 3762.

Maar die wetenschap ging mettertijd te gronde, aangezien zij, toen het goede van het leven ophield, in magie werd verdraaid en het eerst kwam zij in vergetelheid bij de Israëlitische natie en daarna bij de overige en heden ten dage wel dermate, dat men zelfs niet eens weet dat zij er is en in de christelijke wereld in zo’n grote mate, dat men, indien er wordt gezegd dat alle en de afzonderlijke dingen van het Woord in de zin van de letter, vanwege de overeenstemming hemelse dingen betekenen, en dat daarvandaan de innerlijke zin is, niet weet wat dit wel is.

Omdat de mirre het meest uiterlijke ware betekende, dus het zinlijk ware en de doorvatting ervan, werden daarom de lichamen van de doden oudtijds gezalfd met mirre en aloë, met deze zalving werd de instandhouding van alle ware en goede dingen bij de mens aangeduid en eveneens de wederopstanding; daarom werd er ook zoiets aangewend dat het laatste van het leven bij de mens betekende, welk laatste het zinlijk leven wordt genoemd.

Dat het Lichaam van de Heer met zulke dingen gezalfd is geweest en tezamen met een linnen doek omhuld en dat dit de gewoonte bij de Joden is geweest, zie (Johannes 19:39,40; Lukas 23:55,56).

Maar men moet weten dat de dingen die over de Heer Zelf in het Woord worden gezegd, in een boven alles uitmuntende zin moet worden verstaan en daarom betekenen die dingen daar Zijn Goddelijke Leven in het Zinlijke, dus het eigenlijke leven van het Lichaam en eveneens de wederopstanding ervan.

Dat de Heer is wederopgestaan met het gehele Lichaam dat Hij in de wereld had, anders dan de andere mensen, is bekend, want Hij liet niets in het graf achter, daarom zei Hij ook tegen de discipelen, die meenden een geest te zien toen zij de Heer zagen, betast Mij, ziet, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals gij Mij ziet hebben’, (Lukas 24:38,39).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl