Bible

 

Ezechiël 40:31

Studie

       

31 En haar voorhuizen waren aan het buitenste voorhof, ook waren er palmbomen aan haar posten, en haar opgangen waren van acht trappen.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 648

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

648. Dat getallen en maten in het Woord hemelse en geestelijke dingen betekenen, kan duidelijk blijken uit de meting van het Nieuwe Jeruzalem en van de tempel bij Johannes en Ezechiël; het kan eenieder duidelijk zijn, dat met het Nieuwe Jeruzalem en met de Nieuwe Tempel het rijk van de Heer in de hemelen en op aarde wordt aangeduid, en dat het rijk van de Heer in de hemelen en op de aarde niet onder aardse maten valt, niettemin worden de afmetingen ervan naar lengte, breedte en hoogte in getallen aangegeven. Hieruit kan eenieder opmaken, dat door getallen en maten het heilige wordt aangeduid, zoals bij Johannes:

‘Er werd mij een rietstok gegeven, een meetroede gelijk, en de engel stond daarbij en zei tot mij: Sta op, en meet de tempel Gods, en het altaar en degenen die daarin aanbidden’, (Openbaring 11:1). En van het Nieuwe Jeruzalem:

‘De grote en hoge muur van het hemelse Jeruzalem had twaalf poorten, en op de poorten twaalf engelen, en namen geschreven, welke zijn die van de twaalf stammen van de zonen Israëls; aan het oosten drie poorten, aan het noorden drie poorten, aan het zuiden drie poorten, en aan het westen drie poorten. De muur van de stad had twaalf fundamenten en in deze de namen van de twaalf apostelen van het Lam. En hij die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten en haar muur; de stad ligt vierkant, en haar lengte is zo groot als ook haar breedte; hij mat nu de stad met de rietstok op twaalfduizend stadiën, haar lengte en breedte en hoogte waren even gelijk. Hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, welke is de maat van een mens, dat is een engel’, (Openbaring 21:12, 13, 14, 15, 16, 17). Hier komt overal het getal twaalf voor, dat een hoogst heilig getal is, daar het, als eerder bij het derde vers van dit hoofdstuk is gezegd, het heilige van het geloof betekent, en bij hoofdstuk 29 en 30 van Genesis, door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer, zal worden aangetoond. Vandaar dat er ook aan wordt toegevoegd, dat deze maat de maat van een mens is, dat wil zeggen: een engel. Dit is op dezelfde wijze het geval met de Nieuwe Tempel en het Nieuwe Jeruzalem bij Ezechiël, welke eveneens volgens maten beschreven worden (in Ezechiël 40:3, 5, 7, 9, 11, 13, 14, 22, 25, 30, 36, 42, 47; 41 : 1 tot het einde; 42 : 5-15; Zacharia 2:1, 2);

ook daar betekenen de getallen op zichzelf beschouwd niets, maar het heilige hemelse en geestelijke, los van de getallen. Op dezelfde wijze ook alle getallen van de afmetingen van de ark, (Exodus 25:10);

van het verzoendeksel, van de gouden tafel, van de tabernakel en van het altaar, (Exodus 25:10, 17, 23; 26 en 27 : 1); en alle getallen en afmetingen van de tempel, (1 Koningen 6:2, 3);

behalve op nog meer plaatsen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl