Bible

 

Ezechiël 39:13

Studie

       

13 Ja, al het volk des lands zal begraven, en het zal hun tot een naam zijn, ten dage als Ik zal verheerlijkt zijn, spreekt de Heere Heere.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9680

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

9680. En de voorhang make ulieden een scheiding tussen het Heilige en het Heilige der Heiligen; dat dit betekent tussen het geestelijk goede, dus het goede van de liefde jegens de naaste en het goede van het geloof in de Heer en tussen het hemels goede, namelijk het goede van de liefde tot de Heer en het goede van de wederzijdse liefde, staat vast uit de betekenis van het Heilige, dus het goede dat regeert in de middelste hemel; en uit de betekenis van het Heilige der Heiligen, namelijk het goede dat regeert in de binnenste hemel.

Dat dit goede het goede van de liefde tot de Heer en het goede van de wederzijdse liefde is en het eerstgenoemde, namelijk het goede dat regeert in de middelste hemel, het goede is van de liefde jegens de naaste en het goede van het geloof in de Heer, blijkt over alles wat over het ene en het andere goede, het hemelse en het geestelijke, in de aangehaalde plaatsen is getoond, nr. 9670.

Het goede van de liefde tot de Heer in de binnenste hemel is het innerlijk goede daar, maar het goede van de wederzijdse liefde is het uiterlijk goede daar; het goede echter van de liefde jegens de naaste is het innerlijk goede in de middelste hemel en het goede van het geloof in de Heer is het uiterlijk goede daar; in iedere hemel is het innerlijke en het uiterlijke, zoals in de Kerk en dat deze innerlijk en uiterlijk is, zie de nrs. 409, 1083, 1098, 1238, 1242, 4899, 6380, 6587, 7840, 8762, 9375.

Al het goede is heilig en al het ware is het, voor zoveel het van het goede in zich heeft; het goede wordt heilig genoemd vanwege de Heer, omdat de Heer alleen Heilig is en uit Hem al het goede en al het ware is, nrs. 9229, 9479; daaruit blijkt waarom het habitakel het Heilige wordt genoemd en de ark waarin de getuigenis lag, het Heilige der Heiligen.

De getuigenis immers is de Heer Zelf ten aanzien van het Goddelijk Ware, nr. 9503; en de ark is de binnenste hemel waar de Heer is, nr. 9485; de Heer is ook in de middelste hemel, maar Hij is meer aanwezig in de binnenste hemel.

Degenen immers die met de Heer door het goede van de liefde zijn verbonden, zijn met Hem en degenen die met de Heer zijn verbonden door het goede van het geloof, zijn weliswaar met Hem, maar verder verwijderd.

In de middelste hemel is de verbinding met de Heer door het geloof ingeplant aan het goede van de liefde jegens de naaste.

Hieruit blijkt, waarom het habitakel, dat buiten de voorhang was, het Heilige wordt genoemd en het habitakel dat binnen de voorhang was, het Heilige der Heiligen.

Dat het de Heer is, uit Wie al het Heilige is en dat Hij het Heilige der Heiligen Zelf is, staat vast bij Daniël: ‘Zeventig weken zijn bestemd over Mijn volk, om het Heilige der Heiligen te zalven’, (Daniël 9:24); en in de Openbaring: ‘Wie zou U niet vrezen, Heer en Uw Naam niet verheerlijken, omdat Gij alleen Heilig zijt’, (Openbaring 15:4); daarom wordt ook de Heer de Heilige Israëls genoemd, (Jesaja 1:4; 5:19,24; 10:20; 12:6; 17:7; 29:19; 30:11,12,15; 31:1; 37:23; 41:14, 16,20; 43:3, 14; 45:11; 60:9,14; Jeremia 50:29; 51:5; Ezechiël 39:7; Psalm 71:22; Psalm 78:41; Psalm 89:19,2; 2 Koningen 19:22) en elders.

Alles wat dus bij de zonen Israëls de Heer uitbeeldde, of het goede en het ware die voortgaan uit Hem, werd na de inwijding het Heilige genoemd, met als oorzaak dat alleen de Heer heilig is.

De Heilige Geest in het Woord is eveneens het Heilige dat uit de Heer voortgaat.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl