Bible

 

Ezechiël 11:15

Studie

       

15 Mensenkind, het zijn uw broederen, uw broederen, de mannen uwer maagschap, en het ganse huis Israels, ja, dat ganse, tot welke de inwoners van Jeruzalem gezegd hebben: Maakt u verre af van den HEERE, ditzelve land is ons tot een erfbezitting gegeven.

Komentář

 

#89 How the Second Coming Unfolds: What Jesus says

Napsal(a) Jonathan S. Rose

Title: From East to West: How the Second Coming Unfolds

Topic: Second Coming

Summary: We look at the striking statement in Matthew 24:27 that the Second Coming will take place like lightning coming from the east and flashing to the west. What other clues does the Bible contain to what this might mean?

Use the reference links below to follow along in the Bible as you watch.

References:
Matthew 24:1, 27
Luke 17:20-30
Exodus 19:16; 20:18
2 Samuel 22:10-16
Matthew 28:2
Revelation 11:19
Numbers 3:23
Leviticus 16
Matthew 21:1
Luke 19:37
Numbers 34:6
Isaiah 9:2
Malachi 3:1; 4:1
Zechariah 14:1
Ezekiel 10:18; 11:22; 43; 44; 46; 48
Matthew 24:26-27
Hebrews 4:12
Luke 2:34-35

Přehrát video
Spirit and Life Bible Study broadcast from 5/2/2012. The complete series is available at: www.spiritandlifebiblestudy.com

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10284

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10284. En in haar hoedanigheid zult gij niet maken zoals deze; dat dit betekent geen nabootsing uit eigen opzet van de mens, staat vast uit de betekenis van in de hoedanigheid maken zoals deze of een eendere olie door eendere geurspecerijen te maken, dus als nabootsing bereiden uit eigen opzet van de mens.

Dat dit met die woorden wordt aangeduid, volgt uit de reeks der dingen in de innerlijke zin; want eerst wordt er gezegd dat zij niet zal worden gegoten op het vlees van de mens, waarmee wordt aangeduid, dat er geen vergemeenschapping zal zijn met het eigene van de mens; en daarna, dat zij ulieden heilig zal zijn; maar dat wat vanuit de mens gebeurt en uit diens eigen inspanning, geschiedt vanuit zijn eigene en is niet heilig, omdat de opzet uit het eigene van de mens niets dan het valse vanuit het boze is; het beoogt immers zichzelf en de wereld als einddoel en niet de naaste en God; daarom wordt het eveneens een nabootsing genoemd.

Het is hiermee als volgt gesteld: al datgene is goed en waar, wat uit de Heer is; maar het goede en het ware als de nabootsing ervan uit de mens, is niet goed en niet waar; de oorzaak ervan is dat al het goede en het ware het leven in zich heeft krachtens het einddoel; het einddoel uit de mens is niets anders dan ter wille van zich; maar het goede en het ware uit de Heer is ter wille van het goede en het ware zelf als einddoelen, dus ter wille van de Heer, aangezien uit de Heer al het goede en het ware is.

Het einddoel bij de mens is de mens zelf, want het is zijn wil en het is zijn liefde, dat wat de mens immers liefheeft en wat hij wil, dit heeft hij ten doel.

Alle liefde bij de mens uit de mens is de liefde van zich en de liefde van de wereld ter wille van zich; maar de liefde bij de mens uit de Heer is de liefde jegens de naaste en de liefde tot God; tussen die liefden is het verschil zo groot als het is tussen de hel en de hemel en eveneens regeren de liefde van zich en de liefde van de wereld ter wille van zichzelf in de hel en zij zijn in de hel; maar de liefde jegens de naaste en de liefde tot de Heer, regeren in de hemel en zij zijn in de hemel.

De mens is ook zodanig en blijft zodanig tot in het eeuwige, als zijn liefde is, want de liefde is het al van de wil van de mens en vandaar van diens verstand, aangezien de liefde, die de wil maakt, bij voortduur invloeit in het verstand en dat aansteekt en dat verlicht.

Vandaar is het, dat zij die het boze liefhebben, het valse denken uit het boze van de liefde, gelijkvormig daarmee, wanneer zij bij zichzelf denken, hoewel zij anders spreken voor de mensen, uit huichelarij en anderen uit een overredend geloof en hoedanig dit is, zie de nrs. 9364, 9369.

Men moet weten, dat de mens uit eigen opzet de Goddelijke dingen zelf kan nabootsen en zich als een engel des lichts vóór de mensen kan vertonen; maar vóór de Heer en vóór de engelen verschijnt niet de uitwendige vorm, maar de innerlijke, die, wanneer hij vanuit het eigene is, schandelijk is.

Bij zulke mensen is van binnen alleen het natuurlijke en niets geestelijks; zij zien alleen vanuit het natuurlijke licht en niet vanuit het licht van de hemel; ja zelfs weten zij ook niet wat het hemelse licht is en wat het geestelijke.

Alle innerlijke dingen van hen immers zijn gericht naar buiten, bijna zoals dat van de dieren, ook laten zij zich niet omhoogheffen door de Heer en tot de Heer uit de Heer, terwijl toch de mens op de dieren dit eigene vóór heeft, dat hij kan worden opgeheven tot de hemel en tot de Heer uit de Heer en zo geleid.

Al degenen worden dus opgeheven, die het goede en het ware liefhebben ter wille van het goede en het ware, wat hetzelfde is als de naaste en God liefhebben; want de naaste in de algemene zin is het goede en het ware en in de lagere zin het gerechte en het juiste; en eveneens is God het goede en het ware en het gerechte en het juiste, aangezien die uit God zijn.

Hieruit kan nu vaststaan, wat het is de Goddelijke dingen nabootsen uit eigen opzet van de mens.

Hoedanig die zijn, wordt in het Woord hier en daar beschreven met Egypte en farao, want met Egypte en farao worden aangeduid de wetenschappelijke dingen die van de natuurlijke mens zijn; en eveneens met Assur, met wie de redenering vanuit het wetenschappelijke wordt aangeduid; over Egypte zie de nrs. 9340, 9391 en over Assur nr. 1186.

Onder de geesten zijn er zeer velen, die de Goddelijke dingen met eigen opzet en kunst nabootsen; zij liegen immers de oprechte, de rechtschapen en vrome dingen voor en wel dermate dat de goede geesten zouden worden verleid, indien niet de Heer hen verlichtte en de innerlijke dingen van hen liet zien en wanneer deze zichtbaar worden, huiveren de goeden en vluchten zij weg.

Maar zulke mensen worden van de uiterlijke dingen ontdaan en binnengelaten in hun innerlijke dingen, die duivels zijn en zo vallen zij uit zichzelf in de hel neer.

Meer over hen in het volgende artikel, nr. 10286.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl