15
Want nu heb Ik Mijn hand uitgestrekt, opdat Ik u en uw volk met de pestilentie zou slaan, en dat gij van de aarde zoudt verdelgd worden.
15
Want nu heb Ik Mijn hand uitgestrekt, opdat Ik u en uw volk met de pestilentie zou slaan, en dat gij van de aarde zoudt verdelgd worden.
7576. En Hij deed hagel regenen op het land van Egypte; dat dit betekent dat zo het natuurlijk gemoed door de valsheden van het boze in beslag is genomen, staat vast uit de betekenis van doen regenen, namelijk ingieten, hier in beslag nemen; van regenen wordt gesproken met betrekking tot het ware en het goede en in de tegengestelde zin met betrekking tot het valse en het boze, want regen is een zegen en is een vervloeking, nr. 2445; uit de betekenis van de hagel, namelijk het valse van het boze, nrs. 7553, 7574; en uit de betekenis van het land van Egypte, dus het natuurlijk gemoed, zoals eerder in nr. 7575.