Bible

 

Exodus 7:24

Studie

       

24 Doch alle Egyptenaars groeven rondom de rivier, om water te drinken; want zij konden van het water der rivier niet drinken.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7985

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

7985. Er wordt gezegd, dat het verblijf van de zonen Israëls; de tijd dat zij gewoond hebben in Egypte, dertig jaren en vierhonderd jaren is geweest en verder dat op het einde van dertig jaren en vierhonderd jaren, op dezelfde dag, al de legerscharen van Jehovah van het land van Egypte uitgingen, terwijl toch het verblijf van de zonen Israëls vanaf de komst van Jakob in Egypte, tot het wegtrekken van zijn nakomelingen nu, niet meer dan de helft van die tijd is geweest, namelijk 215 jaren, zoals duidelijk blijkt uit de chronologische teksten van de Gewijde Schrift; Mozes immers was geboren uit Amram en Amram uit Kehath en Kehath uit Levi, en Kehath kwam tegelijk met zijn vader Levi in Egypte, (Genesis 46:11); de leeftijd van Kehath was 133 jaren, (Exodus 6:18) en de leeftijd van Amram, uit wie Aharon en Mozes waren, was 137 jaren, (vers 20); en Mozes was een man van 80 jaren toen hij voor farao stond, (Exodus 7:7); er wordt niet vermeld in welk jaar van Kehath’s leeftijd Amram werd geboren, noch in welk jaar van Amrams leeftijd Mozes werd geboren; maar het kan vaststaan, dat het niet 430 jaren zijn geweest, want de jaren van hun leeftijden reiken zelfs niet tot 430, maar tot 350; dit kan men weten als men de 133 levensjaren van Kehath optelt bij de 137 levensjaren van Amram en deze bij de 80 jaren van Mozes toen hij voor farao stond; te minder indien de jaren van hun geboorten worden opgeteld; dat het 215 jaren zijn geweest, kan men uit de chronologie zien.

Maar vanaf de komst van Abraham in Egypte tot de uittocht van de zonen Israëls, zijn 430 jaren geweest, waarover men ook de chronologie kan raadplegen.

Daaruit nu kan vaststaan dat onder 430 jaren hier de volledige periode van tijd vanaf Abraham wordt verstaan en niet vanaf Jakob.

Dat deze jaren werden aangeduid en de jaren van het verblijf van de zonen Israëls in Egypte worden genoemd, is ter wille van de innerlijke zin, waarin met die de volle staat en de duur van de verwoesting wordt aangeduid van hen die van de geestelijke Kerk waren en in de lagere aarde werden vastgehouden tot aan de Komst van de Heer en toen werden bevrijd, nrs. 6854, 6914, 7035, 7091, 7828, 7932a.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl