17
En de zonen van Kehath: Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel, en de jaren des levens van Kehath waren honderd drie en dertig jaren.
17
En de zonen van Kehath: Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel, en de jaren des levens van Kehath waren honderd drie en dertig jaren.
7220. Kom, spreek tot farao, de koning van Egypte; dat dit de waarschuwing betekent tot degenen die belagen door louter valsheden, staat vast uit de betekenis van spreken wanneer het is op Goddelijk bevel, namelijk een waarschuwing; en uit de uitbeelding van farao, namelijk zij die bestoken door valsheden, nrs. 7107, 7110, 7126, 7142; en omdat het is door louter valsheden, wordt er gezegd ‘farao, de koning van Egypte’ want met de koning wordt in de echte zin het ware aangeduid en in de tegengestelde zin het valse, nrs. 2015, 2069.