Bible

 

Exodus 4:4

Studie

       

4 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw hand uit, en grijp haar bij haar staart! Toen strekte hij zijn hand uit, en vatte haar, en zij werd tot een staf in zijn hand.

Bible

 

Exodus 14:17

Studie

       

17 En Ik, zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal verheerlijkt worden aan Farao en aan al zijn heir, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 8146

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

8146. En hij spande zijn wagen aan; dat dit de leer van het valse betekent die is van het afgescheiden geloof in het algemeen, staat vast uit de betekenis van de wagen, namelijk de leer, nrs. 2760, 5321, 5945, hier de leer van het valse, die van het afgescheiden geloof is, omdat het de wagen van farao is en door farao worden valsheden uitgebeeld die van het afgescheiden geloof zijn en tegelijk in een leven van het boze, kunnen niet anders dan in valsheden zijn, nr. 8094.

In wat nu volgt wordt gehandeld over de verzameling van alle valsheden vanuit het boze bij hen die in het van de naastenliefde gescheiden geloof en in een leven van het boze zijn geweest.

In het voorgaande is gehandeld over de verwoesting van de waarheden van het geloof bij hen en tenslotte over het terugbrengen tot de staat dat zij in louter valsheden vanuit het boze waren, dus in de verdoemenis.

In dit hoofdstuk nu wordt gehandeld over de neerwerping van hen in de hel, want de neerwerping in de hel volgt op de verdoemenis.

Met deze staat, namelijk de staat van de neerwerping in de hel, is het als volgt gesteld: wanneer dit zal plaatsvinden, worden alle valsheden die zij hebben, tot één verzameld, wat plaatsvindt door het openen van alle hellen waarmee zij gemeenschap hebben gehad en zij worden bij hen ingegoten; vandaar de verdichtingen van de valsheden vanuit het boze rondom hen, die aan degenen die het van buitenaf bezien, zoals wateren verschijnen, nrs. 8137, 8138; het zijn de uitwasemingen vanuit hun leven; wanneer zij hierdoor omgeven zijn dan vindt daardoor plaats, dat zij door zulke zaken omstuwd worden die van hun leven waren geweest en waarin zij daarna worden gehouden; het geslacht van het boze en het valse daaruit onderscheidt hen dan en hun hel van de andere hellen.

Omdat er gehandeld wordt over de verzameling van alle valsheden die vanuit het boze zijn bij hen, wordt daarom in dit hoofdstuk zo vaak melding gemaakt van de wagen van farao, van zijn paarden, ruiters, leger en volk, want daarmee worden alle dingen van het valse aangeduid, die bij hen zijn, zoals in dit vers: ‘Hij spande zijn wagen aan en nam zijn volk met zich’; in vers 7: ‘Hij nam 600 uitgelezen wagens en alle wagens van Egypte’; vers 9: ‘En de Egyptenaren jaagden na achter hen, al de paarden van de wagens van farao en zijn ruiters en zijn leger’; vers 17: ‘Ik zal verheerlijkt worden in farao, in al zijn leger, in zijn wagens en in zijn ruiters’, vers 18; vers 23: ‘En de Egyptenaren jaagden na en kwamen achter hen, al de paarden van farao, zijn wagens en zijn ruiters’; vers 25: ‘Jehovah verwijderde het rad van hun wagens’; vers 26: ‘Laten de wateren wederkeren over de Egyptenaren, over hun wagens en over hun ruiters’; vers 28: ‘De wateren keerden weder en bedekten de wagens en de ruiters, tot het gehele leger van farao’.

Deze teksten zijn zo vaak herhaald, omdat er gehandeld wordt over valsheden vanuit het boze, namelijk dat die verzameld en in hen gegoten werden; daarmee worden immers alle valsheden en boosheden aangeduid, met farao en de Egyptenaren zij zelf die in de valsheden vanuit het boze zijn; met de wagens de leerstellingen van het valse; met de paarden de valse wetenschappen uit een verdraaid verstandelijke; met de ruiters de redeneringen daaruit; met het leger en het volk, de valsheden zelf.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl