Bible

 

Exodus 4:25

Studie

       

25 Toen nam Zippora een stenen mes en besneed de voorhuid haars zoons, en wierp die voor zijn voeten, en zeide: Voorwaar, gij zijt mij een bloedbruidegom!

Bible

 

Exodus 10:20

Studie

       

20 Doch de HEERE verstokte Farao's hart, dat hij de kinderen Israels niet liet trekken.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 6949

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

6949. En hij werd tot een slang; dat dit de zinlijke en lichamelijke mens betekent, gescheiden van de innerlijke, staat vast uit de betekenis van de slang, namelijk de mens die redeneert vanuit zinlijke dingen, nrs. 195-197, 6398, 6399, dus het zinlijke van de mens; en omdat met de slang het zinlijke wordt aangeduid, wordt ook het lichamelijke aangeduid, want het zinlijke heeft zijn hoedanigheid uit de zinnen van het lichaam; en omdat het zinlijke in zich beschouwd zodanig is als in nr. 6948 is beschreven, betekent de slang, die het zinlijke is, ook al het boze in het algemeen, nrs. 251, 254, 257.

Dat hier onder de slang de zinlijke en lichamelijke mens wordt verstaan, gescheiden van de innerlijke mens of de redelijke, blijkt hieruit, dat Mozes daarvoor vluchtte, waarmee het afgrijzen daarvoor wordt aangeduid; en eveneens hieruit, dat met dit teken de staat wordt beschreven van hen die van de geestelijke Kerk zijn, indien zij niet het geloof zouden hebben; dan immers zou het innerlijke bij hen gesloten worden; ook zou niet meer van het licht van de hemel invloeien dan voldoende zou zijn om uit het afgescheiden zinlijke te denken en vandaar te spreken.

Uit het afgescheiden zinlijke, denken al diegenen die de valsheden tegen het ware en de boosheden tegen het goede verdedigen, in één woord allen die in het boze van het leven zijn en vandaar in geen geloof, want degene die boos leeft, gelooft niets.

Zij die zodanig zijn, beschikken meer dan anderen over de gave van redeneren en eveneens over overreden, vooral de eenvoudigen; de oorzaak hiervan is dat zij vanuit de begoochelingen van de zinnen en de schijnbaarheden van de wereld spreken; zij weten ook de ware dingen door begoochelingen uit te blussen of er een sluier overheen te werpen; vandaar ook wordt met de slangen de sluwheid en de geslepenheid aangeduid, wanneer echter het zinlijke verbonden is met het innerlijke of naar behoren aan het redelijke is ondergeordend, dan wordt met de slang de voorzichtigheid en de behoedzaamheid aangeduid, nrs. 197, 4211, 6398.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl