Bible

 

Exodus 4:12

Studie

       

12 En nu ga henen, en Ik zal met uw mond zijn, en zal u leren, wat gij spreken zult.

Bible

 

Exodus 14:17

Studie

       

17 En Ik, zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal verheerlijkt worden aan Farao en aan al zijn heir, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 7021

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

7021. Omdat alle mannen dood zijn die uw ziel zochten; dat dit de verwijdering betekent van de valsheden die het leven van het ware en het goede trachten te vernietigen, staat vast uit de betekenis van dood zijn, namelijk dat zij verwijderd waren; want degenen die dood zijn, zijn eveneens verwijderd; uit de betekenis van de Egyptenaren, die hier de mannen zijn, namelijk zij die in de valsheden zijn, nr. 6692; en uit de betekenis van hen die de ziel zochten, namelijk degenen die het leven trachten te vernietigen; en omdat het geestelijk leven het leven van het ware is, dat van het geloof is en van het goede dat van de naastenliefde is, wordt daarom gezegd het leven van het ware en het goede.

Daaruit blijkt, dat met alle mannen zijn dood die uw ziel zochten, de verwijdering wordt aangeduid van de valsheden die het leven van het ware en het goede trachten te vernietigen.

Onder de ziel wordt in het Woord al het levende verstaan en het wordt eveneens aan de dieren toegekend, maar eigenlijk wordt ziel gezegd van de mens en wanneer het van de mens wordt gezegd, wordt het in verschillende zin gezegd; de mens zelf wordt ziel genoemd, omdat zij van het leven in het algemeen zo wordt genoemd; en verder zijn verstandelijk leven in het bijzonder of het verstand en eveneens het leven van zijn wil of de wil; maar in de geestelijke zin wordt onder de ziel verstaan het leven van het ware dat van het geloof is en van het goede dat van de naastenliefde is; en in het algemeen de mens zelf ten aanzien van zijn geest, die leeft na de dood; deze zin bij Mattheüs: ‘Vreest u niet voor degenen die het lichaam kunnen doden, maar de ziel niet kunnen doden’, (Mattheüs 10:28); bij dezelfde: ‘Wat baat het een mens zo hij de ganse wereld gewon, maar schade leed aan zijn ziel; of wat zal een mens geven tot lossing van zijn ziel’, (Mattheüs 16:26); bij Lukas: ‘De Zoon des Mensen is niet gekomen om de zielen van de mensen te verderven, maar om te behouden’, (Lucas 9:56).

Bij Ezechiël: ‘Gij hebt Mij ontwijd bij Mijn volk, om zielen te doden die niet moeten sterven en om zielen levend te maken die niet moeten leven’, (Ezechiël 13:19; in die plaatsen staat de ziel voor het geestelijk leven van de mens, namelijk het leven van zijn geest na de dood; de ziel doden, schade aan zijn ziel lijden, de ziel verderven, staat voor geestelijk sterven of verdoemd worden.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl