10
Toen zeideMozes tot de HEERE: Och HEERE! ik ben geen man wel ter tale, noch van gisteren, noch van eergisteren, noch van toen af, toen Gij tot Uw knechtgesproken hebt; want ik ben zwaar van mond, en zwaar van tong.
18
En zij zullen uw stemhoren; en gij zult gaan, gij en de oudsten van Israel, tot den koning van Egypte, en gijlieden zult tot hem zeggen: De HEERE, de God der Hebreen, is ons ontmoet; zo laat ons nu toch gaan den weg van driedagen in de woestijn, opdat wij den HEERE, onzen God, offeren!