Studie
3 En Mozes zeide: Ik zal mij nu daarheen wenden, en bezien dat grote gezicht, waarom het braambos niet verbrandt.
16 En van het uitnemendste der aarde en haar volheid, en van de goedgunstigheid Desgenen, Die in het braambos woonde, kome de zegening op het hoofd van Jozef, en op den schedel des afgezonderden van zijn broederen!