Bible

 

Exodus 35:6

Studie

       

6 Als ook hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen, en geiten haar;

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10732

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10732. Gij zult geen vuur aansteken in al uw woningen op de sabbatdag; dat dit betekent dat niets van de eigenliefde, namelijk die van zich en van de wereld, dan in alle en de afzonderlijke dingen van de mens die uit de Heer zijn, moet verschijnen, staat vast uit de betekenis van het vuur, dus de liefde in de ene en de andere zin, nrs. 6832, 7324, 7575, 9041, hier de eigenliefde, dus de liefde van zich en van de wereld, waaruit alle begeerte is en al het boze en het valse; uit de betekenis van de woningen van de zonen Israëls, namelijk de goedheden en de waarheden van de Kerk die bij de mens uit de Heer zijn; de woningen immers zijn de innerlijke dingen bij de mens, dus de dingen die van zijn gemoed zijn, zie de nrs. 7719, 7910, 8269, 8309, 10153; hier dus de goedheden en de waarheden die uit de Heer zijn en de zonen Israëls zijn de Kerk, nr. 9340.

Omdat zulke dingen met het vuur worden aangeduid, was het daarom verboden een vuur aan te steken op de sabbatdag.

Hoe het is gesteld met het geleid worden door zichzelf en door zijn liefden en niet door de Heer, zie nr. 10731.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 8269

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

8269. En ik zal Hem een habitakel stichten; dat dit betekent dat Hij in het goede, dat uit Hem is, als in Zijn hemel zal zijn, staat vast uit de betekenis van het habitakel, wanneer het van de Heer of Jehovah wordt gezegd, dus het goede; dat het habitakel van de Heer het goede is, komt omdat al het goede uit de Heer is; dus is het goede van de Heer, en wel dermate dat men zeggen kan dat de Heer het goede is; wanneer de Heer daarin woont, woont Hij in Zijn Goddelijke; Hij kan ook nergens anders wonen, volgens de woorden van de Heer bij Johannes: ‘Jezus zei: Indien iemand Mij zal hebben liefgehad, die bewaart Mijn woord en Mijn Vader heeft hem lief en Wij zullen tot hem komen en zullen verblijf bij hem maken’, (Johannes 14:23); het goede uit het Goddelijke wordt hier beschreven met de Heer liefhebben en Zijn woord bewaren, want het goede is van de liefde; er wordt gezegd dat Zij bij hem verblijf zouden maken, dat wil zeggen, in het goede bij hem.

Er staat als in Zijn hemel, omdat de hemel het habitakel van God wordt genoemd, en wel hierdoor dat het goede, dat uit de Heer is, daar is en de hemel samenstelt.

De Heer is ook in ieder mens als in Zijn hemel, wanneer Hij in het goede daar is, want de hemel van de mens is het goede en de mens is door het goede bij de engelen in de hemel.

Daaruit blijkt nu dat met Ik zal hem een habitakel stichten, wordt aangeduid dat Hij in het goede, dat uit Hem is, als in Zijn hemel zal zijn.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl