Bible

 

Exodus 34:23

Studie

       

23 Al wat mannelijk is onder u zal driemaal in het jaar verschijnen voor het aangezicht des Heeren Heeren, den God van Israel.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10640

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10640. Wacht u, dat gij niet misschien een verbond maakt met de bewoner van het land, waarop gij komt; dat dit betekent dat niet moet worden aangehangen, welk godsdienstige dan ook, waarin het boze is, staat vast uit de betekenis van een verbond maken, dus verbonden worden, waarover in de aangehaalde plaatsen in nr. 10632; dus eveneens aanhangen; uit de betekenis van de bewoner van het land, namelijk het godsdienstige waarin het boze is; met de bewoner immers wordt het goede aangeduid, nrs. 2268, 2451, 2712 en vandaar in de tegengestelde zin het boze; en met het land wordt de Kerk aangeduid en al wat van de Kerk is, zie nr. 9325; dus eveneens het godsdienstige; en uit de betekenis van waarop gij komt, namelijk waar ook maar is een godsdienstige waarin het boze is.

Met de natiën immers die in het land Kanaän waren, waarin zij zouden komen, worden de boosheden en de valsheden daaruit aangeduid, nr. 10638.

Hieruit blijkt, dat met: dat gij niet een verbond maakt met de bewoner van het land, waarop gij komt, wordt aangeduid dat niet moet worden aangehangen, welk godsdienstige dan ook, waarin het boze is.

Omdat dit onder de belangrijkste dingen is, waardoor de mens van de Kerk wordt verlicht wanneer hij het Woord leest en omdat over deze zaak in wat nu volgt wordt gehandeld, zal worden gezegd hoe het hiermee is gesteld.

De mens die door de Heer verlicht wil worden, zal zich vooral daarvoor wachten, dat hij zich enig leerstellige toe-eigent dat het boze verdedigt; de mens eigent zich dit dan toe, wanneer hij het bij zich bevestigt, want daardoor maakt hij dit van zijn geloof en nog meer wanneer hij daarnaar leeft; wanneer dit gebeurt, dan blijft het boze aan zijn ziel en aan zijn hart ingeschreven; en wanneer dit heeft plaatsgevonden, kan hij daarna geenszins door het Woord uit de Heer worden verlicht; zijn gehele gemoed immers is in het geloof en in de liefde van zijn beginsel en alles wat daarmee in strijd is, ziet hij niet of verwerpt hij of vervalst hij.

Tot voorbeeld kan dit dienen: wie gelooft dat hij wordt gezaligd door het geloof-alleen, hoedanig het leven ook mag zijn en dit bij zichzelf heeft bevestigd en het heeft verbonden met de overige dingen van zijn leer en wel dermate dat hij daarna in het geheel niet denkt over het leven, maar alleen over het geloof; deze mens ziet daarna, hoezeer hij ook het Woord leest, niet iets daar ten aanzien van het goede van het leven en tenslotte weet hij niet wat het goede is, wat de naastenliefde, wat de liefde; en indien deze worden genoemd, dan zegt hij dat het geloof-alleen dit alles is; terwijl toch het geloof-alleen of het geloof zonder die dingen, is zoals een leeg vat of als iets zonder ziel.

Het geestelijk leven van zo’n mens kan worden vergeleken met de ademhaling van de longen, zonder de invloeiing van het bloed vanuit het hart; zo’n leven is geen leven, dan alleen zodanig als van een nabootsing of van een automaat.

Dit is gezegd, opdat men zal weten hoe het met de mens is gesteld die het Woord leest, namelijk dat hij geenszins daaruit kan worden verlicht, indien hij zich aan enig godsdienstige heeft gehecht dat het boze verdedigt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl