Bible

 

Exodus 34:22

Studie

       

22 Het feest der weken zult gij ook houden, zijnde het feest der eerstelingen van den tarweoogst, en het feest der inzameling, als het jaar om is.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10615

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10615. En hij riep de Naam van Jehovah aan; dat dit betekent de eredienst van de Heer vanuit de waarheden en de goedheden van het geloof en van de liefde en zo de voorbereiding tot de aanneming, staat vast uit de betekenis van de Naam van Jehovah aanroepen, te weten de eredienst van de Heer vanuit de waarheden en de goedheden van het geloof en van de liefde.

Met aanroepen immers wordt de eredienst aangeduid, zie de nrs. 440, 2724; en met de Naam van Jehovah, alles in één samenvatting, waardoor de Heer wordt vereerd, dus alles van het geloof en van de liefde, nrs. 2724, 6674, 9310; en dat de Naam van Jehovah de Heer is ten aanzien van het Goddelijk Menselijke, nrs. 2628, 6887; en dat Jehovah in het Woord de Heer is, in de aangehaalde plaatsen in nr. 9373; daaruit blijkt, dat met de Naam van Jehovah aanroepen wordt aangeduid, de eredienst van de Heer vanuit de waarheden en de goedheden van het geloof en van de liefde.

Dat het ook de voorbereiding is tot de opneming, is omdat er in wat nu volgt, wordt gehandeld over de aan te nemen Israëlitische natie, waarvoor Mozes tussenkomst verleent.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 2628

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

2628. Dat de woorden ‘Abraham noemde de naam van zijn zoon, die hem geboren was’ de hoedanigheid van het redelijke betekenen, dat het Goddelijk was, blijkt uit de uitbeelding van Abraham, namelijk de Heer ten aanzien van het Goddelijk hemelse, of van het Goddelijk ware, waarover herhaaldelijk eerder; uit de betekenis van de naam noemen, namelijk de hoedanigheid, waarover in de nrs. 144, 145, 1754, 1896, 2009;

en uit de betekenis van de zoon, namelijk het redelijke, waarover in nr. 2623;

en verder uit de betekenis van ‘hem geboren’, namelijk bestaan vanuit het Goddelijke. Hieruit blijkt duidelijk dat de woorden ‘Abraham noemde de naam van zijn zoon, die hem geboren was’ de hoedanigheid van het redelijke betekenen, dat het Goddelijk was. Uit deze weinige woorden blinken drie verborgenheden op voor hen die in de innerlijke zin zijn. Ten eerste, dat het Goddelijk Menselijke van de Heer vanuit het Goddelijk Zelf bestaat, waarover in dit vers nog verder gehandeld wordt. Ten tweede, dat het Goddelijk Menselijke van de Heer niet alleen van Jehovah ontvangen, maar ook geboren is en de Heer vandaar naar het Goddelijk Menselijke ‘Zoon Gods’ wordt genoemd en de ‘Eniggeborene’, (Johannes 1:14, 18, 50; 3:16, 18, 35, 36; 5:19-27; 6:69; 9:35; 10:36; 11:27; 14:13, 14; 17:1; 20:31; evenzo bij de andere evangelisten. Ten derde, dat het Goddelijk Menselijke van de Heer de naam van Jehovah is, dat wil zeggen, Zijn hoedanigheid, zie, (Johannes 12:28).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl