22
En het zal geschieden, wanneer Mijn heerlijkheid voorbij zal gaan, zo zal Ik u in een kloof der steenrots zetten; en Ik zal u met Mijn hand overdekken, totdat Ik zal voorbijgegaan zijn.
22
En het zal geschieden, wanneer Mijn heerlijkheid voorbij zal gaan, zo zal Ik u in een kloof der steenrots zetten; en Ik zal u met Mijn hand overdekken, totdat Ik zal voorbijgegaan zijn.
688. Door de Doop van Johannes werd de weg bereid, opdat Jehovah de Heer in de wereld neerdalen en de verlossing volbrengen kon.
Men leest bij Maleachi: ‘Ziet, Ik zal Mijn engel zenden, die de weg voor Mij bereiden zal; en snellijk zal tot Zijn tempel komen de Heer, die gijlieden zoekt, en de engel des verbonds, naar wie gij verlangt; wie zal de dag van Zijn komst verdragen en wie zal bestaan als Hij verschijnt’, (Maleachi 3:1-2) en opnieuw:
‘Ziet, Ik zal ulieden zenden de profeet Elia, eer dat de grote en verschrikkelijke dag van Jehovah komt, opdat Ik niet kome en de aarde met de ban sla’, (Maleachi 4:5-6).
En Zacharia, de vader, die profeteert over zijn zoon, zegt:
‘Gij knaap zult profeet van de Allerhoogste genoemd worden, gij zult voor het aangezicht van de Heer voor heengaan, om Zijn wegen te bereiden’, (Lucas 1:76);
en de Heer Zelf over deze Johannes:
‘Deze is het, van wie geschreven is: Ziet, Ik zal Mijn engel zenden voor Uw aangezicht, die Uw weg voor U heen bereiden zal’, (Lucas 7:27).
Hieruit blijkt duidelijk, dat Johannes deze profeet was, die gezonden werd om de weg te bereiden voor Jehovah God, die in de wereld neerdalen en de verlossing volbrengen zou; en dat hij deze weg bereidde door de Doop, en door toen de Komst van de Heer te verkondigen; en dat zonder deze voorbereiding allen daar met de ban geslagen en verloren zouden zijn gegaan.
16
Zo antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop u wel met water; maar Hij komt, Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben den riem van Zijn schoenen te ontbinden; Deze zal u dopen met den Heiligen Geest en met vuur;