32
Nu dan, indien Gij hun zonden vergeven zult! doch zo niet, zo delg mij nu uit Uw boek, hetwelk Gij geschreven hebt.
32
Nu dan, indien Gij hun zonden vergeven zult! doch zo niet, zo delg mij nu uit Uw boek, hetwelk Gij geschreven hebt.
375. De stem die roept of de stem van het geroep is een plechtige spreekwijze in het Woord, en wordt gebruikt bij al wat met enig rumoer of tumult gepaard gaat, of met een ramp, maar ook met voorspoed verband houdt, zoals in, (Exodus 32:17, 18; Zefanja 1:9, 10; Jesaja 65:19; Jeremia 48:3);
hier betekent zij aanklacht.