Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10494
10494. Omdat een man tegen zijn zoon en tegen zijn broeder; dat dit betekent, wanneer het innerlijke is toegesloten, opdat niet het ware en het goede vanuit de hemel binnentreden in het uiterlijke, staat vast uit de betekenis van een man tegen de zoon en tegen de broeder, of nadat zij die hadden gedood, dus de toesluiting van het innerlijke ten aanzien van de invloeiing van het ware en het goede, waarover de nrs. 10490, 10492; dat de zoon het ware is, zie de nrs. 489,491, 533, 1147, 2623, 2628, 2803, 2813, 3373, 3704, 4257, 9807; en dat de broeder het goede is, nrs. 3815, 4121, 4191, 5409, 5686, 5692.