Bible

 

Exodus 32:16

Studie

       

16 En diezelfde tafelen waren Gods werk; het geschrift was ook Gods geschrift zelf, in de tafelen gegraveerd.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10422

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10422. Zij zijn plotseling teruggetreden van de weg die Ik hun heb geboden; dat dit betekent dat zij zich van het Goddelijk Ware hebben verwijderd, staat vast uit de betekenis van terugtreden van de weg, namelijk zich verwijderen van het ware.

Terugtreden immers is zich verwijderen, want zij die in de van het innerlijke afgescheiden uiterlijke zijn, verwijderen zichzelf; en de weg is het ware, waarover hierna.

Dat dit het Goddelijk Ware is waarvan zij zich verwijderen, is omdat er wordt gezegd: van de weg die Jehovah heeft geboden.

Dat de weg het ware is, is vanwege de schijn in de geestelijke wereld; daar verschijnen ook wegen en paden en in de steden pleinen en straten en de geesten gaan nergens anders heen dan tot degenen met wie zij vergezelschapt zijn door de liefde.

Vandaar is het, dat geesten daar, aan de weg die zij gaan, worden gekend hoedanig zij zijn ten aanzien van het ware, want elk ware leidt tot zijn liefde; datgene immers wordt het ware genoemd wat datgene bevestigt wat men liefheeft.

Vandaar is het, dat ook in de gewone menselijke spraak de weg het ware is, want de spraak van de mens ontleent dit, zoals verscheidene andere dingen, aan de geestelijke wereld.

Vandaar nu is het, dat in het Woord met de weg, het pad, de zijweg, de baan, het plein en de straat, de waarheden worden aangeduid en in de tegengestelde zin de valsheden, zoals blijkt uit deze plaatsen, bij Jeremia: ‘Staat aan de wegen en ziet, vraagt naar de wegen der eeuw, welke weg de beste is’, (Jeremia 6:16).

Bij dezelfde: ‘Maakt uw wegen goed en uw werken; verlaat u niet op woorden der leugen’, (Jeremia 7:3-5).

Bij dezelfde: ‘Leert niet de weg der natiën’, (Jeremia 10:2).

Bij dezelfde: ‘Ik zal eenieder geven naar zijn wegen, naar de vrucht van zijn werken’, (Jeremia 17:10).

Bij dezelfde: ‘Zij hebben hen doen aanstoten in hun wegen, in de zijwegen der eeuw, opdat zij zouden heengaan in paden, een niet gebaande weg’, (Jeremia 18:15).

Bij dezelfde: ‘Ik zal één hart en één weg’, (Jeremia 32:39).

Bij David: ‘Maak mij bekend Uw wegen, Jehovah, leer mij Uw paden, leid mij heen in Uw waarheid’, (Psalm 25:4,5).

In het boek Richteren: ‘In de dagen van Jaël hielden de wegen op en zij die de paden gingen, gingen kromme wegen’, (Richteren 5:6).

Bij Jesaja: ‘Treedt terug van de weg, doet afwijken van het pad, laten uw oren het woord van achter u horen: Dit is de weg, gaat in dezelve’, (Jesaja 30:11,21).

Bij dezelfde: ‘De paden zijn verwoest, die door de weg gaat, heeft opgehouden’, (Jesaja 33:8).

Bij dezelfde: ‘Daar zal ook een pad en een weg zijn, welke de weg der heiligheid zal worden genoemd; de onreine zal er niet doorgaan, maar hij zal voor dezen zijn; hij die op de weg wandelt en de dwazen zullen niet dwalen’, (Jesaja 35:8).

Bij dezelfde: ‘Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt de weg voor Jehovah, effent in de eenzaamheid een pad voor onze God.

Met wie heeft Hij beraadslaagd, opdat hij Hem zou leren de weg des gerichts en tonen Hem de weg des inzichts’, (Jesaja 40:3,14).

Bij dezelfde: ‘Om te zeggen tot hen die in de duisternis zijn: Wordt onthuld; zij zullen op de wegen weiden; Ik zal al Mijn bergen tot een weg stellen, Mijn paden zullen verhoogd worden’, (Jesaja 49:8,11).

Bij dezelfde: ‘De weg des vredes hebben zij niet gekend, noch het gericht in hun banen; hun paden hebben zij voor henzelf verdraaid; wie daarop treedt, zal de vrede niet kennen’, (Jesaja: 59:8,9).

Bij dezelfde: ‘Bereidt de weg voor het volk, baant, baant het pad; zegt tot de dochter van Zion: Zie uw heil komt’, (Jesaja 62:10,11).

Bij dezelfde: ‘Ik gaf in de zee een weg, in de sterke wateren een pad; Ik zal in de woestijn een weg leggen’, (Jesaja 43:16,19).

Bij Mozes: ‘Vervloekt zij hij die een blinde op de weg doet dolen’, (Deuteronomium 27:18).

Bij Mattheüs: ‘Gaat tot de uitgangen der wegen en zovelen als gij er zult hebben gevonden, roept ze tot de bruiloft’, (Mattheüs 22:9).

Bij Johannes: ‘Jezus zei: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’, (Johannes 14:6).

In deze plaatsen en in verscheidene andere, wordt met de weg het ware aangeduid en in de tegengestelde zin het valse.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl