Bible

 

Exodus 31

Studie

   

1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

2 Zie, Ik heb met name geroepen Bezaleel, den zoon van Uri, den zoon van Hur, van den stam van Juda.

3 En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;

4 Om te bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper,

5 En in kunstige steensnijding, om in te zetten, en in kunstige houtsnijding, om te werken in alle handwerk.

6 En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd Aholiab, den zoon van Ahisamach, van den stam van Dan; en in het hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven; en zij zullen maken al wat Ik u geboden heb.

7 Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en het verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent;

8 En de tafel, met haar gereedschap; en den louteren kandelaar, met al zijn gereedschap; en het reukaltaar;

9 Ook des brandoffers altaar, met al zijn gereedschap; en het wasvat met zijn voet;

10 En de ambtsklederen, en de heilige klederen van den priester Aaron, en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bedienen;

11 Ook de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen voor het heiligdom; naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken.

12 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:

13 Gij nu, spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Gij zult evenwel mijn sabbatten onderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten; opdat men wete, dat Ik de HEERE ben, Die u heilige.

14 Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden; want een ieder, die op denzelven enig werk doet, die ziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken.

15 Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heiligheid des HEEREN! Wie op de sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.

16 Dat dan de kinderen Israels de sabbat houden, de sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond.

17 Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israels een teken in eeuwigheid zijn; dewijl de HEERE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft.

18 En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinai te spreken geeindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods.

   

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4198

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

4198. En Mizpa, omdat hij zei: Jehovah schouwe tussen mij en tussen u; dat dit de tegenwoordigheid van het Goddelijk Natuurlijke van de Heer betekent, namelijk in het goede dat nu door Laban wordt uitgebeeld, staat vast uit de betekenis van schouwen of op de uitkijk zijn, namelijk de tegenwoordigheid, want wie een ander schouwt of hem van een hoge uitkijktoren af ziet, is bij hem tegenwoordig met het gezicht; bovendien is zien, wanneer daarvan gesproken wordt met betrekking tot de Heer, het vooruitzien en de voorzienigheid, nrs. 2837, 2839, 3686, 3854, 3863; dus ook de tegenwoordigheid, maar door het vooruitzien en de voorzienigheid. Wat de tegenwoordigheid van de Heer betreft, de Heer is bij eenieder tegenwoordig, maar overeenkomstig de opneming; want uit de Heer alleen is het leven van eenieder; zij die Zijn tegenwoordigheid opnemen in het goede en ware, zijn in het leven van inzicht en wijsheid; maar zij die zijn tegenwoordigheid niet opnemen in het goede en ware, maar in het boze en valse, zijn in een leven van waanzin en dwaasheid, niettemin wel in het vermogen om te verstaan en wijs te zijn; dat zij toch hierin zijn, kan daaruit vaststaan dat zij in de uiterlijke vorm het goede en ware weten te liegen en te veinzen en daardoor de mensen te vangen, wat nooit het geval zou zijn indien zij niet in dit vermogen waren. Het hoedanige van de tegenwoordigheid wordt aangeduid door Mizpa, hier het hoedanige bij hen die in de goede dingen van de werken zijn of bij de natiën, die hier door Laban worden uitgebeeld; want de naam Mizpa komt in de oorspronkelijke taal van het woord schouwen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Bible

 

Exodus 25:21

Studie

       

21 En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.