Bible

 

Exodus 30:6

Studie

       

6 En gij zult het zetten voor den voorhang, die voor de ark der getuigenis zijn zal; voor het verzoendeksel, hetwelk zijn zal boven de getuigenis, waarheen Ik met u samenkomen zal.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 10293

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

10293. En oniche; dat dit betekent de aandoening van het innerlijk natuurlijk ware, staat vast uit de betekenis van de welriekende oniche, namelijk de aandoening van het natuurlijk ware.

Met de oniche wordt dat ware aangeduid en met het welriekende de aangename gewaarwording, dat is vanuit de aandoening van het ware, dus de aandoening zelf.

Dat er wordt gezegd welriekende oniche, is omdat het wordt gezegd eerder en na de opsomming van deze specerijen, met deze woorden: Neem u welriekende specerijen, stacte en oniche en galban, welriekende dingen.

Dat het de aandoening van het ware in het natuurlijke is, dat met de oniche wordt aangeduid, is omdat dit in de tweede plaats wordt genoemd.

De specerijen immers worden genoemd in de orde volgens de ware dingen bij de mens van de meest uiterlijke tot de binnenste.

Vandaar is het, dat met de stacte de aandoening van het zinlijk ware wordt aangeduid, namelijk het meest uiterlijk ware, met de oniche de aandoening van het natuurlijk ware, namelijk het innerlijk ware in de natuurlijke mens; met de galban de aandoening van het nog innerlijker ware, dit ware is het innerlijk ware in de geestelijke of innerlijke mens; en met de wierook het binnenste ware in de innerlijke mens, namelijk het geestelijk goede; eender als werd aangeduid met de specerijen waaruit de olie der zalving bestond, die waren: de beste mirre, aromatische kaneel, aromatische kalmus en kassie.

Dat die specerijen de waarheden in zo’n orde betekenen, zie de nrs. 10252, 10254, 10256, 10258, maar met dit verschil, dat de ware dingen die met de specerijen van de olie der zalving werden aangeduid, tot de hemelse klasse behoren, maar deze ware dingen, die met de specerijen van het reukwerk worden aangeduid, tot de geestelijke klasse behoren, zie hierover de nrs. 10254, 10291.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl