Bible

 

Exodus 30:15

Studie

       

15 De rijke zal het niet vermeerderen, en de arme zal het niet verminderen van de helft des sikkels, als gij het hefoffer des HEEREN geeft om voor uw zielen verzoening te doen.

Ze Swedenborgových děl

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 9474

Prostudujte si tuto pasáž

  
/ 10837  
  

9474. Specerijen tot de olie der zalving; dat dit betekent de innerlijke waarheden die van het inwijdende goede zijn, staat vast uit de betekenis van de specerijen, namelijk de innerlijke waarheden, die de waarheden van het innerlijk goede zijn, waarover hierna; uit de betekenis van de olie, namelijk het goede van de liefde, nr. 9473; en uit de betekenis van de zalving, namelijk de inwijding om uit te beelden; de zaken immers die de heilige dingen zouden uitbeelden, werden met aromatische olie gezalfd en zo werden zij ingewijd, zoals vaststaat uit het volgende in Exodus: ‘Neem u specerijen van de voornaamste, edele mirre, aromatische kaneel, welriekende kalmus, kassie, olijfolie, een olie der zalving der heiligheid zal het zijn, waarmee gij zult zalven de tent en al de vaten ervan, de kandelaar en de vaten ervan, het reukaltaar, het altaar des brandoffers en al de vaten ervan en het wasvat en het voetstuk ervan; zo zult gij ze heiligen, opdat zij het heilige der heiligen zijn; en zalven zult gij Aharon en zijn zonen’, (Exodus 30:23-31).

Dat die dingen heilig waren wanneer zij gezalfd waren, was omdat zij dan de heilige dingen uitbeeldden, waaruit blijkt, dat de zalving de inwijding was om uit te beelden.

Dat bij de zalving olie werd aangewend, was omdat olie het hemels goede betekende en het hemels goede is het goede van de liefde uit de Heer en vandaar het goede van de liefde tot de Heer; dit goede is het wezenlijke zelf in alle en de afzonderlijke dingen van de hemel en van het eeuwige leven.

Dat die olie door specerijen geurig werd gemaakt, had als oorzaak dat het aangename zou worden uitgebeeld; want de geur betekent de doorvatting en de verkwikkelijke en zoete geur de aangename doorvatting, nrs. 925, 1514, 1517-1519, 3577, 4624-4634, 4748; en omdat alle doorvatting van het goede is door het ware, werden daarom specerijen gebruikt, waarmee de innerlijke waarheden worden aangeduid, nrs. 4748, 5621.

In het kort zal nog worden gezegd, waarom de olie der zalving en eveneens het reukwerk, zoetgeurig werd gemaakt; olie betekent, zoals eerder is gezegd, het goede van de liefde en de specerij het innerlijk ware; het goede dat van de liefde is, komt niet tot de doorvatting dan alleen door de ware dingen; het ware immers is de betuiging van het goede en eveneens de onthulling ervan en het kan de vorm van het goede worden genoemd.

Het is hiermee zo gesteld als met de wil en het verstand van de mens; de wil kan zich niet manifesteren dan alleen door het verstand, want het verstand neemt het goede van de wil over en verklaart dat; ook is het verstand de vorm van de wil; het ware behoort ook tot het verstand en het goede tot de wil.

Hieruit kan vaststaan, waarom de olie der zalving aromatisch werd gemaakt en eveneens het reukwerk; maar het verschil is, dat de aromatische olie der zalving het aangename van de innerlijke doorvatting betekent, maar het aromatische reukwerk het aangename van de uiterlijke doorvatting; het aromatische immers van de olie der zalving bood een zoete geur zonder rook, dus zonder de uiterlijke schijn, maar het aromatische van het reukwerk bood die met rook.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Bible

 

Numeri 17:10-13

Studie

      

10 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Breng de staf van Aaron weder voor de getuigenis, in bewaring, tot een teken voor de wederspannige kinderen; alzo zult gij een einde maken van hun murmureringen tegen Mij, dat zij niet sterven.

11 En Mozes deed het; gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo deed hij.

12 Toen spraken de kinderen Israels tot Mozes, zeggende: Zie, wij geven den geest, wij vergaan, wij allen vergaan!

13 Al wie enigzins nadert tot den tabernakel des HEEREN, zal sterven; zullen wij dan den geest gevende verdaan worden?